Brussel versoepelt staatssteunregels havens
De Europese Commissie versoepelt de regels voor staatssteun in zee- en binnenhavens, regionale vliegvelden, culturele projecten en afgelegen regio’s. EU-commissaris Margrethe Vestager (Mededinging) hoopt daarmee de overheidsinvesteringen aan te jagen en banen en groei te scheppen zonder de concurrentie in de EU aan te tasten, zei ze woensdag in Brussel.
De lidstaten mogen voortaan tot 150 miljoen euro investeren in zeehavens en tot 50 miljoen euro in binnenhavens zonder daarvoor eerst in Brussel te moeten aankloppen. Dat geldt ook voor de kosten van dregwerkzaamheden.
Investeringen in regionale luchthavens met minder dan 3 miljoen passagiers per jaar worden ook uitgezonderd van de bestaande staatssteunregels. Volgens Vestager kunnen lidstaten daardoor vrijelijk meer geld steken in 420 Europese vliegvelden, die samen goed zijn voor circa 13 procent van het Europese luchtverkeer.
Ook de exploitatiekosten voor kleine, bestaande vliegvelden met jaarlijks maximaal 200.000 passagiers worden niet meer door de commissie vooraf gecontroleerd op verstoring van de interne markt. „Deze kleine vliegvelden spelen een belangrijke rol bij de ontsluiting van de regio’s maar ze zijn maar 0,75 procent van het luchtverkeer in de EU.”
Volgens Vestager is het versoepelen van de staatssteunregels voor bepaalde sectoren onderdeel van het streven van de commissie naar „modernisering en administratieve versimpeling”. „Zo kunnen we ons ook beter concentreren op de grote, ingewikkelde mededingingszaken”, aldus de Deense.