Binnenland

Gezocht: brandstichter Terschelling

Stichting Ons Schellingerland looft een beloning van 5000 euro uit voor de tip die leidt tot aanhouding van de aanstichter van de brand die afgelopen week op Terschelling woedde. Het uitbranden van het gedeelte van natuurgebied de Boschplaat is „een ramp.”

Niek Stam
21 May 2004 22:22Gewijzigd op 14 November 2020 01:15

Dat zei secretaris van de stichting J. Smit vrijdag. „Wij hebben in onze statuten staan dat wij opkomen voor het behoud van Terschelling. Daar hoort het opsporen van degene die de brand heeft aangestoken, ook bij.”

De stichting Ons Schellingerland (SOS) zet zich in voor het behoud van de karakteristieke waarden van Terschelling. Als gevolg van de brand op het waddeneiland is bijna 75 hectare natuur verloren gegaan.

Het bedrag moet komen uit een pot van de stichting. „We hebben in de 42 jaar van ons bestaan al behoorlijk wat opgedaan uit legaten en inkomsten door donateurs. Daarvan kunnen we voor zo’n doel makkelijk 5000 euro missen.”

Vorige week zaterdag brak het eerste duinbrandje op het eiland uit, gevolgd door een grotere brand in de middag. Zondagmorgen laaide het vuur op het oostelijke deel van Terschelling op, waarna twee blushelikopters twee dagen bezig zijn geweest om de brand te bedwingen.

De brandweer vermoedt dat het vuur is aangestoken, maar volgens Smit is dat geen vermoeden meer. „Zonder dat je de dader hebt, weer je het nooit 100 procent zeker, maar het is 99,9 procent helder.” Reden is het tijdstip van ontstaan van de brand: kwart voor zes ’s morgens. Smit: „Op dat tijdstip schijnt de zon nog zeker niet fel, dus het argument van een stuk glas dat als een vergrootglas gaat werken, gaat niet op.”

Belangrijker nog is het feit dat de twee brandhaarden op twee plaatsen ontstonden, een paar honderd meter van elkaar. „Op een tiental meters afstand van het fietspad”, aldus Smit.

Het gaat hem „bijzonder aan het hart” wat zich op natuurgebied de Boschplaat heeft voltrokken. Vooral het tijdstip van de verwoestende brand is desastreus: „Midden in het broedseizoen. Alle broedende vogels zijn verjaagd, is het niet door de rook dan wel door de helikopters.” Smit somt op: „Bergeenden, eidereenden, zandhagedissen, maar ook zangvogels, en roofvogels zoals de buizerd en de kiekendief. Die zien we hier dit jaar niet meer terug. En de eenden uit de eendenkooien komen niet meer broeden tot de herfst. Al met al een ramp.”

Smit is naar eigen zeggen opgegroeid bij de Boschplaat. De 61-jarige eilandbewoner liep er als kind regelmatig over het natuurgebied, dat toen nog één grote zandvlakte was. „In de afgelopen decennia heb ik het tot een prachtig natuurgebied zien uitgroeien. Eerst had je alleen de zogenoemde eerste, tweede en derde duintjes. Toen kwam er een kolonie zilvermeeuwen, en daarmee is ook de begroeiing begonnen. Mede onder invloed van stikstof uit het Rijnmondgebied, die op ons eiland neersloeg, is het zeer snel gaan groeien. Die luchtvervuiling werkte als een soort kunstmest.”

Opziener Freek Zwart van Staatsbosbeheer bevestigt de lezing van Smit. „De Boschplaat is een gebied waar we trots op zijn.” Zijn organisatie doet normaal gesproken alles om een brand te voorkomen. Het is een Europees natuurreservaat, waar niemand zonder begeleiding in mag. „Van maart tot en met augustus wordt er door ons gepatrouilleerd.”

Van het totale gebied van 4000 hectare is nu een relatief klein deel verbrand. „Maar wel een buitengewoon waardevol deel”, aldus Zwart. „Zo is het zogeheten Rozenlaantje verloren gegaan: een klein gebiedje met veel helm, en waar je ook de voor Terschelling karakteristieke cranberry’s vond.” Van de geleden schade gaat hem het verdwijnen van de zogeheten ’berkenvallei’ het meest aan het hart. „Dat was het enige stuk spontaan ontwikkeld bos van het hele Waddengebied, en misschien wel van de hele Nederlandse kust.”

Of het allemaal terugkomt is volgens Smit en Zwart maar zeer de vraag. „Tel daarbij de giftige invloed op de plantenwortels van het zoute water waarmee de blusheli’s het grootste deel van de brand hebben gedoofd, en de ramp is compleet.”

En nu? Zwart: „We hebben er een uitermate triest ogend vulkaanlandschap bij. Daarbij weten nog niet eens wat er nog meer in rook opgaat. De brand woedt immers nog steeds; die gaat pas uit als het eens flink regent. Of de wind moet gaan liggen, dan blussen we het zelf af.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer