Column: Sportelen
What’s in a name, verzuchtte Julia in een veel geciteerd stuk van Shakespeare. Wat wil een naam zeggen? Inderdaad, niet veel. Iemand kan Slager heten en van beroep bakker zijn. Of Droogstoppel terwijl hij gezelschappen urenlang kan vermaken. Een naam zegt dus niet veel.
Hoe anders is dat met woorden. Die kunnen zelfs een veelvoud aan betekenissen hebben of zo rijk zijn van inhoud dat we hele zinnen nodig hebben om ze nader te verklaren. Dankzij de onlinedienst van Van Dale weten we van nieuwe woorden tegenwoordig meteen hun betekenis(sen). Uit jezelf zou je er lang niet altijd opkomen en voordat ze in het papieren woordenboek worden opgenomen, zijn we jaren verder.
Ik was verbaasd over het tempo waarin nieuwe woorden zich aandienen. Zojuist heeft Van Dale er weer 999 toegevoegd. Ik denk dat maar weinig lezers meteen van allemaal hun betekenis zullen weten. Voor wie een mondje Engels kan, is factcheck nog een van de simpelste. Het betekent zoiets als ”controle van feiten” en is eigenlijk een leenwoord. Het komt uit een buitenlandse taal en is hier intussen ingeburgerd, net zoals adios, computer en bureau.
Al wat minder gemakkelijk te doorgronden is de bullshitdetector. Het woord komt onmiskenbaar uit het Engels maar letterlijk vertaald zou het een detector van stierenpoep zijn. Je denkt dan onwillekeurig aan een variant op de metaaldetector. Zodra het ding een piepje geeft, ben je op een vlaai gestuit. In werkelijkheid is het een gevoel voor zin en onzin. De een heeft het wel, de ander niet. Bullshit betekent namelijk ook flauwekul, onzin. Het wordt steeds belangrijker over een goed ontwikkelde bullshitdetector te beschikken nu het verspreiden van nepnieuws via internet een ware plaag is geworden.
Enige moeite had ik met de decolletéportemonnee. Een beurs in de vorm van een decolleté? Dat zal toch niet waar zijn? Nee, zo zout wordt het niet gegeten. Het is een portemonneetje dat dames in hun decolleté meenemen ter beveiliging tegen diefstal. Slim gevonden. Alleen is het decolleté van sommige dames zo diep uitgesneden dat het voor een handige dief een koud kunstje moet zijn om de portemonnee te rollen.
Nu gezonde voeding zo hoog op de agenda is komen te staan, rukken de bijbehorende woorden in rap tempo op. De demitariër bijvoorbeeld. Dat is iemand die de helft minder vlees is gaan eten. Een pollotariër is iemand die alleen kip eet.
Sportelen is zo’n woord waarvoor je een halve bladzijde nodig hebt om het uit te leggen. Het betekent zoiets als: bewegingsprogramma voor 50-plussers. Het is ook voor mij als 60-plusser van toepassing, maar ik spartel nog even tegen.