Damrak kleurt lichtrood na cijferregen
De AEX-index in Amsterdam stond woensdagochtend een fractie in de min na een grote stroom bedrijfsresultaten. Naast AEX-fondsen ING, Ahold Delhaize, Wolters Kluwer en SBM Offshore, gaf ook een flink aantal kleinere fondsen in Amsterdam inzage in de resultaten. Elders in Europa bleven graadmeters ook dicht bij huis.
De AEX noteerde rond het middaguur 0,1 procent lager op 535,52 punten. De MidKap stond ook 0,1 procent in de min, op 803,33 punten. De beursgraadmeters in Frankfurt (vlak), Parijs (min 0,1 procent) en Londen (plus 0,2 procent) kwamen eveneens nauwelijks van hun plaats.
ING behoorde met een plus van 2,4 procent, gecorrigeerd voor dividend, bij de sterkste stijgers in de AEX. Met name qua kostenbesparingen wist de bank te verrassen. Daardoor viel de winst hoger uit dan waar rekening mee werd gehouden.
De bank kreeg bij de koplopers onder de hoofdfondsen gezelschap van Ahold Delhaize, dat 1,7 procent won. De beter dan verwachte prestaties schrijven kenners toe aan de gunstige ontwikkelingen in Nederland en de synergievoordelen uit de fusie van het Nederlandse en Belgische supermarktbedrijf.
Bij SBM Offshore (plus 0,5 procent) waren vooral de prestaties van de leasetak reden voor gematigd optimisme. Wolters Kluwer verloor 1,2 procent. De autonome omzetgroei viel in de eerste drie maanden van het jaar zoals verwacht iets lager uit dan het tempo dat gemiddeld in 2016 werd gerealiseerd.
In de MidKap was Air France-KLM met een plus van 3 procent veruit de sterkste stijger na goede prestaties van het concern in april. Ook IMCD (plus 1,3 procent) was een opvallende stijger na, volgens kenners, solide kwartaalcijfers.
Bij de kleinere fondsen sprongen verder de verliezen van bouwer Heijmans (min 1,8 procent) en automatiseerder Ctac (min 5,8 procent) in het oog. Heijmans zag de orderportefeuille groeien, maar kwam volgens marktvorsers met te weinig aanknopingspunten die aantonen dat het structureel beter gaat. Ctac kende naar eigen zeggen een redelijke start van het jaar. Wel viel de omzet van de automatiseerder lager uit.
Een vat Amerikaanse olie werd 0,9 procent duurder op 46,28 dollar. De prijs van Brent steeg 0,7 procent naar 49,09 dollar per vat. De euro werd voor 1,0870 dollar verhandeld, tegen 1,0880 dollar bij het Europese slot dinsdag.