Oerol-initiatiefnemer wil toeristen met kunst naar de wadden lokken
Het uiterste noorden van Nederland in een toeristische hotspot veranderen. Dat is het ambitieuze plan van Joop Mulder (63). Na zijn afzwaaien bij het culturele festival Oerol op Terschelling ging de oprichter hiervan, Mulder, aan de slag met een nieuw project, ”Sense of Place”. Zijn droom: een culturele Waddenroute van Noord-Holland tot aan Denemarken.
Bij een kwelder in de buurt van Marrum in Noord-Friesland staat op de dijk een soort tempel, met hoge stenen zuilen en een dak van gras.
Daar wijst Mulder naar ringvormige verhogingen in het platte landschap. „Dat zijn ”ringdobbes”, uniek in de wereld. Het zijn drinkplaatsen voor vee dat vroeger in de kwelder graasde. Er was enkel zout water, maar dat drinken die dieren niet. De boeren groeven dus binnen deze ringdobbes naar zoet grondwater.”
Drooglegging
Zomaar een verhaal uit Noord-Nederland dat in Mulders optiek tekenend is voor ”Sense of Place”. Een kunstwerk moet ervoor zorgen dat mensen stoppen, stilstaan en daardoor oog krijgen voor de omgeving. Dat is de essentie van het enorme project.
Het plan begint met de aanpak van de Nederlandse Waddenkust. Die is toe aan een flinke impuls, vindt Mulder. Er is relatief weinig werk. Met name jongeren verlaten hun geboortegrond op zoek naar een baan elders.
De economie leunde in het uiterste noorden van Nederland vroeger met name op de zeevisserij, maar die is door de strijd tegen het water op veel plekken onmogelijk geworden. Mulder: „Na het aanleggen van de Afsluitdijk en het droogleggen van de Zuiderzee slibden ook veel noordelijke haventjes dicht en verloren de inwoners de binding met de zee. Het hele noorden veranderde en uiteindelijk is daardoor de krimp ontstaan.”
Zeebodem
Wereldwijd is Nederland een toonbeeld van waterbeheer, en juist die expertise kan het noorden nieuw leven inblazen, meent Mulder. „Toeristen willen niet alleen maar tulpen en molens zien. Elders op de wereld vindt men het juist bijzonder dat wij op de zeebodem lopen. En dat is hier in de kwelders van het noorden ontstaan.”
Mulder richt zijn pijlen op cultuurtoeristen. Deze mensen zijn geïnteresseerd in de achtergrond van de plek waar ze naartoe reizen. Ze hebben respect voor de lokale bevolking. Het is niet Mulders bedoeling om busladingen toeristen met fotocamera’s af te zetten op een dijk, maar vooral om een kleinschalige lokale toeristeneconomie op te bouwen. Hij denkt ook niet aan megahotels, maar eerder aan bed en breakfasts, restaurants met lokale producten, fietsverhuurbedrijven en winkels.
De toeristen moeten de Waddenkust dan wel weten te vinden. De kunstwerken gaan hierin een rol spelen: als magneten dienen ze toeristen naar het Waddengebied te trekken. Elke trekpleister kent een verhaal dat een verbinding heeft met het landschap waarin vakantiegangers zich bevinden.
Mulder: „Door het gebruik van dergelijke locaties leg je de verhalen uit de samenleving bloot. Dat is precies wat we met ”Sense of Place” voor ogen hebben.”
Wereldmarkt
Bij het aantrekken van bezoekers komt ook de rol van Duitsland en Denemarken duidelijker naar voren. Mulder: „Op de wereldkaart is het Waddengebied slechts een postzegel. Met Duitsland en Denemarken erbij kunnen we ons richten op de wereldmarkt. Als we niet enkel in grenzen denken, kunnen we ”Sense of Place” doortrekken.”
In beide landen is volgens Mulder positief gereageerd, al bestaan er wel verschillen. Duitsland denkt in enorme hotels die veel toeristen naar de kuststreek moeten trekken. Denemarken ligt qua ideeën dichter bij Nederland. „Bij de Deense kust hebben we al wat steekproeven gedaan en die werkten heel goed.”
Hoogste terp
Om te laten zien wat Mulder wil realiseren, gaat de reis naar Hegebeintum. In het dorpje van zo’n honderd inwoners ligt de hoogste terp van Nederland. Onderweg is de ruim 8 meter boven zeeniveau uitstekende terp niet te missen.
Vroeger waren er veel meer terpen in Friesland dan nu. De meeste zijn in de loop der jaren afgegraven. De klei van de terpen was ideale landbouwgrond voor Drentse en Zuid-Friese boeren, die hun turf ruilden tegen de terpenklei.
Mulder mikt op innovatieve kunstwerken die ervoor moeten zorgen dat reizigers het Waddengebied gaan ontdekken. „We willen erachter komen welke boerenbedrijven destijds delen van de terpen hebben gekregen en gaan symbolisch van iedere boer een kruiwagen met klei terugvragen. Daarmee gaan we in de kwelder bij het Friese dorp Blija een nieuwe terp bouwen: de terp van de toekomst.”