Eis: Celstraf en pakket voorwaarden wegens bedreigen evangelist Mattheüs van der Steen
Voor het stelselmatig bedreigen van evangelist Mattheüs van der Steen moet de Rotterdammer Jan P. vijftien maanden, waarvan vijf voorwaardelijk, de cel in.
Tot die conclusie kwam de officier van justitie maandag bij de rechtbank in Zutphen.
P. zou in maart en april 2016 Van der Steen, zijn gezin en leden van zijn organisatie TRIN, per e-mail en telefonisch hebben bedreigd. Van vier mails acht Justitie het bewezen dat P. de auteur ervan is. Hij zou zich hebben voorgedaan als Rob Verbeek of Bert Jonkers. Berichten met die namen waren blijkens politieonderzoek afkomstig van hetzelfde IP-adres als dat van P… Bovendien werden de mails ook teruggevonden op twee van diens computers.
In de e-mails zou P. richting Van der Steen onder meer gesteld hebben: „Jij had beter geaborteerd kunnen worden in de zesde week” en „nu moeten we eerst eens gaan kijken of we niet een strop om zijn testikels moeten gaan binden en je ondersteboven aan de hoogste boom ophangen”. Zijn weblog falseteachers777.wordpress.com staat bovendien vol met controversiële opvattingen. P. werpt zich daarin op als medewerker van het ”Nederlands Bijbelonderzoek Centrum” en beweert dat Van der Steen en andere evangelische bijbelleraars zoals Dirk van Genderen, Wilkin van de Kamp en Willem Ouweneel zullen branden in de hel.
De bedreigingen hebben grote impact gehad op het gezin van Van der Steen, zo stelde officier van justitie mr. G. R. G. Nijpels. Hij vindt dat er bij P. sprake is van rigide denkpatronen die behandeling vergen. Omdat er volgens deskundigen grote kans op herhaling is, en P. volgens Justitie niet het idee heeft dat hij iets verkeerd gedaan heeft, moet een uitgebreid pakket voorwaarden ervoor zorgen dat Van der Steen niet nogmaals door P. wordt benaderd.
Justitie eist naast de gevangenisstraf een verplichte psychiatrische behandeling van maximaal anderhalf jaar, een contactverbod met Van der Steen, diens familie en medewerkers van TRIN, een meldplicht zodra P. weer op vrije voeten is, verplichte ambulante psychiatrische begeleiding en begeleid wonen. Ook moet de reclassering toegang krijgen tot de computers en telefoons van P. om zo te controleren of deze niet opnieuw de fout ingaat. Justitie wil bovendien dat P. een contactverbod richting Van der Steen krijgt opgelegd. Voor iedere overtreding daarvan zou hij veertien dagen vervangende hechtenis moeten krijgen, nog los van de eventuele vijf maanden voorwaardelijke gevangenisstraf die in dat geval ten uitvoer gelegd zou kunnen worden.
De verdachte zit sinds augustus 2016 in voorarrest. Hij moet sowieso nog een jaar de cel in omdat hij in proeftijd na een vorige veroordeling wegens het stalken van Van der Steen, opnieuw in de fout zou zijn gegaan. In 2015 werd P. door de rechter in Zutphen veroordeeld tot een taakstraf van 120 uur en twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. In hoger beroep in maart 2016 maakte het gerechtshof in Arnhem daar een jaar voorwaardelijk van. Meteen na dat oordeel zou P. opnieuw de fout zijn ingegaan. In januari 2017 besliste het hof daarom deze straf ten uitvoer te leggen. Dat gebeurt echter pas zodra P. het oordeel van de rechter in de lopende strafzaak heeft gehoord of een eventuele nieuwe straf heeft ondergaan.
Uit een psychiatrische rapportage blijkt dat P. lijdt aan het syndroom van Asperger –een stoornis in het autismespectrum– en mogelijk waandenkbeelden heeft. Deskundigen achten hem dan ook verminderd toerekeningsvatbaar. Justitie gaat daarin mee.
Hoewel P. tijdens de rechtszitting ontkende iets te maken te hebben met de mails, heeft hij in een politieverhoor op 13 augustus 2016 en twee dagen later bij de rechter-commissaris, wel toegegeven verantwoordelijk te zijn voor de bedreigende teksten. Hij legde toen uit deze verstuurd te hebben omdat hij Van der Steen en zijn opvattingen beschouwd als gevaarlijk. Tegenover de rechtbank zei P. nog steeds te vinden dat Van der Steen een „valse leraar” is, die deel uitmaakt van een organisatie waar mensen gehersenspoeld worden. Hij vindt het „niet meer dan normaal” om daartegen te waarschuwen. Maar de mails heeft hij niet verstuurd, zo beweerde hij. „Ik ben het slachtoffer geworden van een computerhack.”
P. heeft naast de eerdere veroordeling wegens het bedreigen van Van der Steen, ook al eens drie weken cel gehad wegens discriminatie. In 2005 kreeg hij bovendien een geldboete en een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden wegens het bezit van kinderporno.
De rechtbank doet op 22 mei uitspraak in de zaak.