Fortuyns pleidooi voor waarden en normen klinkt nog
In reactie op de technocratische regeerstijl van het tweede paarse kabinet zette Pim Fortuyn in de aanloop naar de Kamerverkiezingen van 2002 waarden en normen weer prominent op de politieke agenda. Wat is er met dat onderwerp gebeurd in de tijd nadat hij is vermoord, zaterdag vijftien jaar geleden?
Fortuyn zorgde er voor „dat het waarden-en-normenprobleem (…) in Nederland bespreekbaar werd gemaakt”, stelt de site pimfortuyn.com, een „eerbetoon aan de man die de democratie in Nederland een nieuwe impuls gaf.”
Fortuyn sprong in de bres voor waarden als de scheiding van kerk en staat en de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen. Voor individualisme. En voor de vrijheid van meningsuiting.
Daarnaast bepleitte hij herwaardering van ons culturele erfgoed, zoals ontstaan vanuit jodendom, christendom en humanisme. Iedereen riep hij op waakzaam te zijn en de nationale identiteit te koesteren en niet prijs te geven aan de islam. In die godsdienst zag hij een bedreiging voor essentiële Nederlandse waarden en normen. „We moeten de gasten in ons land niet het huis laten overnemen.”
In dezelfde periode kaartte ook CDA-leider Balkenende het waarden-en-normenprobleem aan. „Alles kan en alles wordt getolereerd in de publieke ruimte, zo lijkt het wel”, zei hij eind 2001. „Rekening houden met elkaar moet weer normaal worden. Fatsoen moet weer op de agenda van de politiek en de samenleving komen. Fatsoen moet je gewoon doen.”
Egocentrisme
Eenmaal premier –vanaf juli 2002– lanceerde hij meteen een discussie over waarden en normen en liet hij advies uitbrengen over het belang van gedeelde waarden en normen voor het functioneren van de samenleving.
Dat er een waarden-en-normenprobleem is, constateerde het kabinet in 2004, komt doordat de individuele vrijheid van burgers is verworden tot egocentrisme. Een andere oorzaak is de toegenomen verscheidenheid in Nederland als gevolg van de immigratie.
Om het probleem te lijf te gaan, lanceerde het kabinet de website 16miljoenmensen.nl om initiatieven te stimuleren om de leefbaarheid in buurten, plaatsen of het hele land te vergroten. Op scholen kwam een ”Dag van respect”.
Het kabinet-Balkenende III stelde eind 2006, vier jaar na de moord op Fortuyn, vast dat waarden en normen weer hoog op de publieke agenda stonden.
Daarna zakte de aandacht echter snel in, zeker toen in 2008 de economische crisis uitbrak. Dagblad Trouw concludeerde bij het afscheid van Balkenende in 2010 dat de discussie over waarden en normen „grotendeels academisch is gebleven” en dat hij er niet in was geslaagd zijn pleidooien „om te zetten in tastbaar beleid.”
Tijdens de algemene politieke beschouwingen in september 2015 –tien jaar na Fortuyns dood– was de economische crisis bedwongen en stonden waarden en normen weer volop in de belangstelling.
„We moeten ons realiseren dat we in ons land ook een diepe crisis hebben als het gaat om het bewaren van onze waarden”, zei toen bijvoorbeeld CDA-leider Buma. „Het is onze opdracht om onze samenleving te beschermen tegen de erosie van die waarden door de waarden en normen die gebaseerd zijn op onze joods-christelijke traditie te koesteren.”
Ondanks dat het onderwerp om de zoveel tijd dus hoog op de politieke agenda staat, is het normen-en-waardenprobleem vijftien jaar na Fortuyns overlijden dus niet opgelost.
Sterker nog, de retoriek van nu is eigenlijk precies dezelfde als die van toen. CU-leider Segers pleitte er eind vorig jaar bijvoorbeeld voor om „vrijmoedig en minder bescheiden te spreken over onze cultuur” en –ook met het oog op islamitische nieuwkomers– waarden als rentmeesterschap en naastenliefde in de Grondwet op te nemen.
In een open brief aan de kiezers klaagde VVD-leider Rutte begin dit jaar dat het „soms wel lijkt alsof niemand meer normaal doet. (…) Mensen lijken zich steeds asocialer te gedragen.”
Hij betoogde dat we „onze waarden actief moeten verdedigen” tegenover mensen die naar ons land toe zijn gekomen, maar „onze vrijheid misbruiken om hier de boel te verstieren.” Zijn boodschap aan hen: „Doe normaal of ga weg.”
’t Is net of we Fortuyn, zo veel jaar nadat hij gestorven is, nóg horen spreken.