Ministerie verdedigt plan DNA-afname
Na alle ophef heeft het ministerie van Volksgezondheid dinsdag het plan verdedigd dat in zeer speciale gevallen voor crimineel onderzoek DNA moet worden afgestaan door bijvoorbeeld een ziekenhuis of laboratorium. Het gaat dan om genetisch materiaal (bijvoorbeeld in bloed, verwijderde galstenen of urinemonsters) dat daar wordt bewaard.
Volgens critici maken de plannen van demissionair minister Edith Schippers een DNA-databank mogelijk waaruit de overheid naar believen kan putten. Maar van een centrale opslag van lichaamsmateriaal is geen sprake, benadrukt het ministerie.
Alleen als er bij een verdachte van een zeer ernstig misdrijf geen DNA afgenomen kan worden, kan justitie toestemming vragen aan de rechter om toegang te krijgen tot een specifiek stukje lichaamsmateriaal. Buiten die uitzondering blijft gelden dat degene van wie het materiaal is afgenomen, zelf toestemming moet geven voor het gebruik ervan, verzekert het ministerie.