Schimmelziekte nekt vuursalamander in Nederland
Op enkele exemplaren na is de vuursalamander uit Nederland verdwenen als gevolg van een schimmelziekte die afkomstig is uit Azië. Ook andere salamanders worden bedreigd.
De schimmel, Batrachochytrium salamandrivorans, verspreidt zich met behulp van kikkers en padden die er zelf niet ziek van worden, zo blijkt uit onderzoek van de universiteit van Gent. De Europese Commissie wil actie.
„Vorig jaar hebben we nog zes vuursalamanders gevonden in het Bunderbos en enkele larven in het Vijlenerbos in Zuid-Limburg. Maar dat is niet genoeg voor levensvatbare populaties; 99,9 procent is weg”, aldus onderzoekster Annemarieke Spitzen van Ravon, de onderzoeks- en kennisorganisatie voor amfibieën, reptielen en vissen.
Van de vijf soorten salamanders in Nederland blijkt de vuursalamander, die maar op twee plaatsen in Zuid-Limburg voorkomt, het meest gevoelig. Andere soorten raken ook wel besmet, maar zijn minder gevoelig of leven door met een chronische infectie. Liefhebbers en onderzoekers maken zich zorgen over de verspreiding van de schimmel, die tot nog toe alleen in het laboratorium kan worden bestreden. „Hij verdwijnt als je de salamanders tien dagen lang op 25 graden Celsius houdt. Het probleem is alleen dat je dat in de natuur niet bereikt. Zelfs niet midden in de zomer: vuursalamanders zijn ’s nachts actief en houden zich overdag schuil onder de grond”, aldus Spitzen.
De schimmelziekte woekert al enkele jaren, niet alleen in Nederland, ook in België en Duitsland, en werd in 2013 voor het eerst beschreven. In 2008 was er een onverklaarbare sterfte onder vuursalamanders in het Bunderbos bij Maastricht. Spitzen denkt dat die weleens aan de ziekte kunnen zijn bezweken. „Dat kunnen we niet meer nagaan, er zijn geen dieren bewaard gebleven.”
Immuniteit
De ziektekiemen komen uit Azië en de gedachte is dat ze de Nederlandse wateren hebben besmet doordat er dieren bij een handelaar of hobbyist zijn ontsnapt, of dat iemand ze heeft losgelaten. Europese salamanders bouwen geen weerstand op tegen de schimmelziekte. „Het lijkt erop dat de schimmel de immuniteit onderdrukt. Dat zagen we ook bij proeven in laboratoria. Als ze weer genezen waren, werden ze even gemakkelijk opnieuw ziek.”
Van de 34 Europese soorten salamanders zijn er 18 bedreigd in hun voortbestaan. De in Nederland zeldzame vuursalamander wordt elders in Europa niet bedreigd. Deskundigen maken zich vooral zorgen om soorten die maar op één plaats voorkomen. Als de schimmel die bereikt, kan een hele soort verdwijnen. „Problematisch is dat de schimmel nog zo’n 200 dagen in leven blijft, ook als er geen salamanders meer zijn. Opnieuw dieren uitzetten is dan zinloos.”
In Europees verband wordt bekeken wat er moet gebeuren als de ziekte verder om zich heen grijpt. Landen moeten dan snel reageren en daar nu al plannen voor maken, vindt de Europese Commissie. Laboratoria dienen goed te worden toegerust en te weten wat ze te doen staat. „Als er op dit moment in Roemenië dode salamanders worden gevonden, moeten die naar België of Engeland om te worden onderzocht”, illustreert Spitzen. „Dat werkt natuurlijk niet.”
Ravon helpt bij het opzetten van een monitoringsprogramma om het verloop van de ziekte goed te kunnen volgen. Mensen die dode salamanders tegenkomen, wordt gevraagd dat te melden en de dieren in te vriezen of in een potje spiritus te bewaren tot ze worden opgehaald voor onderzoek.