IMF-leden streven naar ‘eerlijke’ handel
De 189 lidstaten van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) streven naar „eerlijke en open handel”, maar waarschuwen niet langer expliciet voor de schadelijke gevolgen van protectionisme. Dat bleek zaterdag na afloop van de voorjaarsvergadering van het IMF.
Bij die halfjaarlijkse top van ministers van Financiën en centralebankpresidenten verdween de traditionele waarschuwing tegen protectionisme uit de slotverklaring, zoals vorige maand ook gebeurde bij de vergelijkbare top van de G20. Die koerswijziging is ontstaan onder druk van de nieuwe Amerikaanse regering, die vindt dat de Verenigde Staten de dupe zijn van een oneerlijk handelssysteem en die met haar ‘America First’-opvattingen de vrees voor handelsoorlogen heeft aangewakkerd.
De IMF-landen hielden het er zaterdag op dat ze de bijdrage van handel aan hun economie willen „versterken”. IMF-topvrouw Christine Lagarde verwees in een toelichting echter naar de beleidsagenda van het IMF, die door alle landen is aangenomen. Daarin waarschuwt het fonds wel dat protectionisme alleen verliezers kent.
De Mexicaanse centralebankpresident Agustín Carstens, die de vergaderingen voorzat, noemde protectionisme na afloop een „ambigu” begrip. „Er is geen enkel land zonder handelsbelemmeringen. In plaats van vast te stellen wat protectionisme betekent, hebben we geprobeerd een constructieve, positieve balans te vinden. Het uiteindelijke doel is om de voordelen van handel te benutten. Iedereen is het erover eens dat we daarvoor eerlijke en open handel nodig hebben.”
Juist over de vraag wat ‘eerlijke’ handel is, bestaat wereldwijd sinds het aantreden van president Trump geen overeenstemming meer. Daardoor blijft de kans op eenzijdige maatregelen die de internationale handel kunnen schaden voorlopig aanzienlijk.
Het IMF wees die groeiende neiging van landen om concurrentie uit het buitenland te beperken afgelopen week aan als een van de belangrijkste bedreigingen voor de ‘lente’ die lijkt te zijn aangebroken in de wereldeconomie. Die groeit, onder meer door meevallende ontwikkelingen in Azië en Europa, in 2017 en 2018 naar verwachting sterker dan vorig jaar.