Groen & duurzaamheid

Schade door vele ganzen, zorgen om geringe aantal weidevogels

Op het grasland van melkveehouder Paul Dijkzeul uit het Noord-Hollandse Santpoort-Zuid is het stil en rustig. De 65 koeien staan nog op stal op deze vroege lentedag. Ook weidevogels zijn er amper te ontdekken, hoewel het broedseizoen toch al is aangebroken. Wel waggelen twee kolganzen op hun gemak door het gras in de Hekslootpolder, iets ten noorden van Haarlem. Het zijn er gelukkig maar twee, zegt Dijkzeul. Hij wijst op een apparaat dat midden in het weiland staat. „Met dank aan deze ganzenlaser hebben we een stuk minder last van de dieren.”

Evert Barten
22 April 2017 08:21Gewijzigd op 16 November 2020 10:22
Paul Dijkzeul bij de ganzenlaser. beeld Evert Barten
Paul Dijkzeul bij de ganzenlaser. beeld Evert Barten

Vorig jaar verloor de agrariër een kwart van zijn grasopbrengst door ganzen die hun buik volvraten met het eiwitrijke gras. „Ze weten het beste gras ertussenuit te halen en poepen de rest onder. Ik krijg wel schadevergoeding van het Faunafonds, maar die is altijd minder dan de werkelijke schade. Afgelopen jaar ging het om een vergoeding van 9000 euro, het jaar ervoor 6000.”

In weiland waar koeien grazen, kunnen de taxateurs volgens Dijkzeul niet goed zien wat de schade is omdat ze geen nulmeting kunnen doen en geen vergelijking hebben met onbegraasd land. Zeker niet als de koeien in de zomer dag en nacht in het weiland zijn. Grote oppervlakten kunnen daardoor niet meegenomen worden bij de taxatie, stelt de boer. „Denk ook aan kwaliteitsverlies van het gras door de ganzenpoep en de daardoor verminderde melkopbrengst. Mijn zwartbonte Holsteinkoeien kunnen 9000 tot 10.000 kilo melk per jaar geven. Ze blijven nu steken op 8000 kilo.”

Effectief

De ganzenlaser kreeg Dijkzeul een paar maanden op proef toen hij tijdens een beurs een actie won. „Hij is heel effectief; ganzen zijn er bijna niet meer op de percelen die de laserstraal bestrijkt.” De draaibare kop van het apparaat gaat alle kanten op en werpt een groene laserstraal van 2 centimeter breed over het land. De afgelopen weken heeft Dijkzeul het apparaat bewust uitgezet om weidevogels een kans te geven om te broeden. Want de laser verjaagt niet alleen ganzen, ook alle andere vogels gaan ervoor op de vlucht. Slechts zwanen lijken zich er niets van aan te trekken.

Verjagen is niet dé oplossing, realiseert de melkveehouder zich. „Hiermee verplaats ik het probleem naar de buurman. Wachten tot de dieren in de rui zijn, ze vangen en daarna vergassen: dat is de beste methode om het probleem echt aan te pakken.” Maar daar verzetten milieuorganisaties zich meer en meer tegen. „Vorig jaar mocht er wel vergast worden, maar was er een verbod op het bijeendrijven van de ganzen. Dan kun je dus nog niets.”

Het aantal ganzen is sinds 1975 enorm toegenomen, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek en Sovon Vogelonderzoek Nederland (zie grafiek). In januari vorig jaar waren er zo’n 2,5 miljoen, waarvan het grootste deel in de lente weer wegtrekt. Tegenwoordig blijft een groeiend aantal echter ook in de zomer hangen. In 2012 waren dat er al 580.000 en dat aantal groeit gestaag. Op dit moment doet Sovon onderzoek naar de omvang.

Uitzetting

Hans Schekkerman, onderzoeker bij Sovon, ziet een aantal oorzaken voor de toenemende hoeveelheid ganzen die in Nederland blijven broeden. „Tot en met de jaren 50 ging het slecht met de grauwe gans. Mede door uitzetting is die populatie vanaf de jaren 70 weer gaan groeien, vooral nadat er beperkingen op de jacht werden ingesteld. Nu is het de grootste populatie standganzen: dieren die ook in de zomer blijven.”

Waarom de brand- en de kolgans hier ook zijn gaan broeden, is volgens Schekkerman niet helemaal duidelijk. Als mogelijke bronnen wijst hij op ontsnapping uit collecties of aangeschoten dieren die hier zijn terechtgekomen en een bestaan hebben opgebouwd. Feit is dat de boeren behoorlijk last ondervinden van de vogels.

Agrariërs kunnen hun schade melden bij het BIJ12-Faunafonds, dat zorgt voor uitbetaling als er aan verschillende voorwaarden is voldaan. „De ganzenschade lijkt de afgelopen zes jaar redelijk stabiel te zijn”, zegt Sandra Binken van het BIJ12-Faunafonds. „In 2015 en 2016 was er echter wel weer een toename te zien. Dit is deels te verklaren door de invoering van de regeling ”automatische taxaties”, die geldt in de provincies Friesland, Utrecht, Gelderland en Groningen.”

Door deze regeling worden percelen die in een ganzenrust- of foerageergebied liggen automatisch getaxeerd. Boeren hoeven dan geen aanvraag in te dienen. Daartegenover staat dat in 2014 en 2015 de Waddeneilanden niet meegenomen zijn in de cijfers, waardoor deze iets minder hoog zijn dan de werkelijkheid.

Maaisnede

Juist in het voorjaar ontstaat de meeste schade, aldus Binken. „In de eerste maaisnede zitten de meeste eiwitten. Dat is het gras waar de ganzen op afkomen. Tegelijk zorgt dat ook voor de meeste schade, omdat dit gras de hoogste voederwaarde heeft.”

Of Dijkzeul de laser gaat aanschaffen –een investering van zo’n 5000 euro– is nog de vraag. Effectief tegen ganzen is het apparaat van de Bird Control Group zeker, maar dat het ook weidevogels verjaagt, vindt de melkveehouder minder leuk. Op dit moment loopt een onderzoek van het BIJ12-Faunafonds naar de effectiviteit van lasers voor de verjaging van ganzen. Daar zijn meerdere leveranciers bij betrokken.

Dijkzeul vindt dat de Bird Control Group het apparaat eerst nog maar een beetje moet doorontwikkelen. „Misschien kunnen ze er een camera op zetten die kan zien om welk soort vogel het gaat. Ganzen kan hij dan verjagen en weidevogels met rust laten. Dát zou mooi zijn.”

>>rd.nl/ganzen voor een video.

Overlast van grauwe grazer

Met pijn in het hart ziet hij het aantal weidevogels minder worden. Tegelijk wil hij niet naar één oorzaak wijzen. „We moeten ons best doen om het evenwicht in de natuur te herstellen”, zegt melkveehouder Sjoerd Miedema uit het Friese Haskerdijken.

Sinds begin dit jaar heeft Miedema een volledig biologisch bedrijf. In 2003 is hij zijn bedrijf gaan extensiveren, in 2009 besloot hij de natuur volledig bij zijn bedrijfsvoering te betrekken. Daarbij had hij al direct de grutto en andere weidevogels op het oog. „De aantallen gingen hollend achteruit. Weidevogels en plankgas boeren, gaan niet samen.”

Belangrijk is dat er voldoende voeding voor de vogels voorhanden is. Volwassen dieren eten wormen, daarom moet er genoeg mest op het weiland liggen en het waterpeil mag niet te laag zijn. Voor de kuikens zijn insecten onmisbaar. „En die krijg je alleen als er voldoende kruiden en bloemen op het veld staan. Die bieden tegelijkertijd, samen met voldoende hoog gras, voldoende bescherming tegen roofdieren”, aldus Miedema. Hij maait een flink deel van zijn 234 hectare grasland niet te vroeg, zodat weidevogels de kans krijgen om hun jongen groot te brengen.

Vos

Maar wat de melkveehouder ook doet, het aantal weidevogels wil maar niet toenemen. Op internetfora over dit onderwerp krijgt vooral de vos de schuld. Miedema is het daar voor een deel wel mee eens, maar hij wil de oorzaak niet alleen bij het roofdier leggen. „De vos mag ook zijn plekje hebben. Het gaat om het geheel: waterpeil niet te laag, niet te vroeg maaien en een goed jaagbeleid.”

Op de ene plek werkt dit wel, op de andere niet, merkt Miedema. „We hebben een deel van onze grond omgezet in natuurgebied met een goed jaagbeleid op vos en kraai. Daar krijg ik veel jonge weidevogels weer op de vleugels. Maar in de buurt van onze boerderij valt het niet mee. Vorig jaar hebben de vossen alles weer opgevreten.”

Door allerlei ingrepen is de bodemkwaliteit voor weidevogels fors verbeterd, weet Miedema. Een tijdje geleden zag hij zes watersnippen op het land. Doortrekkers waren het, onderweg naar een andere bestemming. Maar dát ze op het land waren, deed de boer goed. „Daaraan zie je dat aan de randvoorwaarden is voldaan. Nu het evenwicht nog.” Moedeloos is Miedema niet. „Als de grutto’s de jongen één keer groot weten te krijgen, kan het snel gaan.”

Veel afstemming

Volgens Hans Schekkerman van Sovon Vogelonderzoek Nederland, is er weinig reden om optimistisch te zijn. „De stand van de grutto blijft maar achteruitgaan. Het aantal scholeksters daalt nog harder. En neem de wilde eend, de meest wijdverspreide vogelsoort van Nederland; die is de afgelopen dertig jaar met 30 procent achteruitgegaan.”

Toch staan de weidevogels er al jaren slecht voor, vooral de kievit en de grutto. Sinds de jaren 90 zijn er tal van initiatieven om de leefomgeving van de dieren te verbeteren. Soms succesvol, zoals in de polder De Ronde Hoep in de buurt van Amsterdam. Sinds juli 2006 is in het midden van de polder een stuk van 165 hectare land ingericht als weidevogelgebied, met een hogere waterstand en latere maaiperioden. Het aantal grutto’s en andere weidevogels groeit gestaag. „Maar dit vergt veel afstemming, geld en inzet”, aldus Schekkerman.

Het grote aantal ganzen heeft slechts zeer lokaal invloed op de slechte stand van de weidevogels, aldus de Sovon-onderzoeker. „Hier en daar zie je wel een verband, bijvoorbeeld als de ganzen het gras heel kort hebben afgevreten. Maar de afname van het aantal grutto’s is eerder begonnen dan de toename van het aantal ganzen.”

Fosfaatrechten

De economische ontwikkelingen voor melkveehouders zijn op dit moment niet gunstig. Een boer die volgend jaar een tekort heeft aan fosfaatrechten en die moet bijkopen, kan dat geld niet gebruiken om te investeren in een stuk land voor weidevogels. Ook de hogere waterstand, een belangrijk gegeven voor weidevogels, conflicteert met een economische bedrijfsvoering. „De groei van het gras is minder en het is lastiger om met machines het land op te gaan dan bij een verlaagde grondwaterstand. Er zullen dus op gebiedsniveau plannen moeten komen, waarbij waterschappen samen met boeren optrekken om de weidevogels weer terug te krijgen.”

Alles voor de weidevogel

Nog nooit telde Nederland zo veel ganzen. De statige vogel is dol op het eiwitrijke gras waar boeren zo zuinig op zijn. Melkveehouders zien de gans dan ook liever gaan dan komen. Tegelijk zijn er steeds minder weidevogels, zoals de grutto en veldleeuwerik, te vinden. En dat doet óók pijn. Gans eruit, grutto erin dus. Maar hoe?

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer