Schevenings museum vermomd als duin met helmgras
Op het strand van Scheveningen koesteren bomschuiten zich in de zomerzon. Paarden trekken witte badkoetsjes het zilte zeewater in. Achter de duinen boeten vrouwen visnetten. Panorama Mesdag in Den Haag geeft zicht op een wereld die al lang is verdwenen.
Kunstenaar Hendrik Willem Mesdag voltooide het panorama in 1881. Je zou het een optische illusie kunnen noemen. De kijker bevindt zich midden in het schilderij, dat als een reusachtige koker om hem heen is gespannen. Hij staat op een duin en kan 360 graden om zich heen kijken: over het strand met de bomschuiten, over de eindeloze duinenrij die zich naar twee kanten toe uitstrekt, over het dorp Scheveningen met z’n rode pannendaken. Om de illusie te vervolmaken is de overgang tussen uit het uitkijkpunt en de geschilderde wereld opgevuld met echt zand, waarop allerlei voorwerpen liggen.
Wie in noordelijke richting kijkt, ziet tamelijk prominent het Paviljoen van Wied op het duin staan. Op het moment dat Mesdag het schilderde, stond het er al meer dan een halve eeuw. Het werd in 1827 gebouwd in opdracht van koning Willem I. De koning gaf het als verjaardagscadeau aan zijn echtgenote, koningin Frederica Louisa Wilhelmina van Pruisen. Zij moest in verband met haar zwakke gezondheid veel aan zee verblijven en tekende en schilderde hier veel.
Het neoclassicistische gebouw staat nog altijd fier overeind. Maar in het duin is wel het nodige veranderd. In 1994 realiseerde Rotterdamse architect Wim Quist onder het paviljoen met veel beton en glas museum Beelden aan Zee. De gemeente Den Haag had als voorwaarde voor de bouw gesteld dat het museum van buitenaf niet zichtbaar zou zijn. Het is daarom ondergronds aangelegd; zelfs de terrassen boven op het duin zijn vanaf het strand niet te zien. Alleen een bronzen sculptuur –het gezicht van een vrouw, bijna achteloos in het helmgras neergelegd– doet vermoeden dat er een museum onder het duin zit verstopt.
Toch is het binnen verrassend licht dank zij het glaswerk in het dak. Op een enkel punt –niet geheel toevallig in de Zeezaal, en natuurlijk op de terrassen– valt er zelfs een glimp van de Noordzee op te vangen. Maar van de drukte op de boulevard, het strand of de Pier is hier niets te merken. Wat dat betreft is het museum een oase van rust.
Op de Zuidpatio van het museum staat het ”Monument koninklijke gezin” dat kunstenaar Arthur Spronken in de jaren 1994-1996 maakte: bronzen beelden van koningin Beatrix, prins Claus en hun drie zoons. Ze zijn geplaatst op zuilen en kijken uit over de zee. De koningin kreeg een goudglans mee.
Vlak bij de familie steekt het ”Wicht” –met twee aandoenlijke vlechtjes– van beeldhouwer Oswald Wenckebach parmantig de neus in de lucht; met gesloten ogen lijkt ze van de zon op haar gezicht te genieten. Een mooi contrast.
Aan de zeekant van het museum is het speelkwartier. Een grote groep beelden op de boulevard lijkt te zijn ontsnapt aan de betonnen bunker onder het duinzand. Het is (op het eerste gezicht) een en al vrolijkheid.
In 2004 gaven Theo en Lida Scholten, de stichters van museum Beelden aan Zee, opdracht aan de Amerikaanse beeldhouwer Tom Otterness (1952) om op een groot buitenterras beelden neer te zetten. Op die manier zou het museum wat zichtbaarder voor het publiek worden.
De 23 figuren zijn afkomstig uit sprookjes zoals Hans en Grietje, Pinocchio, De standvastige tinnen soldaat en uit verhalen zoals ”Gullivers reizen”. Hansje Brinker is er ook en de witte walvis Moby Dick duikt zomaar op uit het plaveisel. De metershoge Haringeter knipoogt olijk naar het visserijverleden van het dorp. Op bordjes bij de beelden staan QR-codes, waarmee de bijbehorende verhalen kunnen worden beluisterd.
Een eind verder op de boulevard staat nóg een beeld. Een vissersvrouw in klederdracht staart over de zee. Het is een eerbetoon aan hen die nimmer terugkeerden. De toenmalige koningin Beatrix onthulde het beeld van Gerard Bakker op 10 november 1982. Op de sokkel staat een gedicht van Inge Lievaart, dat elk jaar wordt voorgedragen tijdens een herdenkingsplechtigheid. „De zee, die steeds weer nam/ Zal eenmaal wedergeven/ Allen die zijn gebleven/ Aan hem die eerst ontkwam/ De heer van wind en water/ Aan Christus Triomfator.”
Ook dat is Scheveningen.
Museum Beelden aan Zee
Museum Beelden aan Zee werd in 1994 gesticht door het verzamelaarsechtpaar Theo Scholten en Lida Scholten-Miltenburg. Het richt zich als enige museum in Nederland exclusief op moderne en hedendaagse (inter)nationale beeldhouwkunst. In de collectie bevindt zich werk van onder anderen Armando, Mari Andriessen, Charlotte van Pallandt en Ossip Zadkine. Van laatstgenoemde is deze zomer een tentoonstelling in het museum te zien. Zadkine is onder meer bekend van zijn sculptuur ”De verwoeste stad” (1953) in Rotterdam. In de Gipsotheek van het museum worden voor volwassenen en kinderen gipsworkshops gegeven.
museumbeeldenaanzee.nl
Panorama Mesdag
Panorama Mesdag werd in 1881 geschilderd door Hendrik Willem Mesdag, een kunstenaar uit de Haagse school. Hij was gespecialiseerd in het schilderen van zeegezichten. Zijn vrouw Sientje Mesdag-van Houten en de kunstschilders Théophile de Bock, George Hendrik Breitner en Bernard Blommers hebben ook een bijdrage aan het panorama geleverd. Het cilindervormige schilderij is ongeveer 14 meter hoog en heeft een omtrek van 120 meter. Het is een van de oudste panorama’s in de wereld.