Opinie

Coaching kan bij burn-out weer perspectief geven

Aan het koesteren van een hoogstpersoonlijk ik heeft coaching geen boodschap. Een coach is er vooral ten dienste van mensen die moeten leren omgaan met de onvolmaaktheid van hun dagelijks leven, reageert Arno van der Lee.

Arno van der Lee
13 April 2017 16:43Gewijzigd op 16 November 2020 10:18
„Een coach stelt zich, als het goed is, ten dienste van een ander op.” Beeld Istock
„Een coach stelt zich, als het goed is, ten dienste van een ander op.” Beeld Istock

„Iedereen lijkt aan de coach te moeten”, stond er op de voorkant van de boeiende bijlage over coaching (RD 7-4). Opmerkingen in de richting van deze trend zijn terug te vinden in bijvoorbeeld het dubbelinterview met drs. Bunt en prof. dr. Paul over „spanning rond coaching.” In dit op zich genuanceerde interview verdienen enkele opgeworpen bedenkingen of schijnbare tegenstellingen in mijn ogen nog wat meer balans.

Omgaan met gebrokenheid

In het interview wordt op meerdere momenten de suggestie opgeroepen dat er spanning zit tussen het christelijk mensbeeld en het mensbeeld dat aan coaching ten grondslag ligt. „Bijbels gezien lijkt mij het koesteren van een hoogstpersoonlijk ik niet zo gemakkelijk te verdedigen”, zegt prof. dr. Paul bijvoorbeeld. Coaching gaat echter vaak over het tegenovergestelde van de maakbaarheid van het leven.

Ik tref in gesprekken juist vaak mensen die moeten leren omgaan met de onvolmaaktheid van hun dagelijks leven en hun keuzes. De gebrokenheid van ons bestaan strekt zich merkbaar uit tot alle facetten. Het streven naar zelfverbetering, dat we eveneens in het geestelijk leven kennen, kan mensen ook in het praktische, dagelijkse bestaan in een enorme spagaat brengen. In de acceptatie van de onvolmaaktheid, het leren leven met de beperkingen en het positief gebruiken van de wel aanwezige talenten kan juist een christelijke coach een belangrijke meerwaarde hebben.

Authentiek worden

Ontwikkeling door coaching hoeft niets te maken te hebben met altijd maar meer en verder willen, en daardoor wellicht zelfs je authenticiteit verliezen. Coaching draagt vaak juist bij aan het authentiek kúnnen zijn, terwijl je dat eerder niet was.

Dat laatste zou kunnen slaan op een burn-out. Hoewel elke situatie anders is, is er bij een burn-out of bij werkstress vaak ergens een onbalans. Dat kan de onbalans tussen werk en privé zijn of tussen waardering verwachten en waardering ontvangen. Mogelijk is het de onbalans tussen hoe iemand vanbinnen is en hoe hij zich laat zien of tussen het werk dat iemand al jaren doet en het werk dat hij eigenlijk zou wíllen doen. Ook zijn er mensen die door hun leidinggevende als gehele persoon gewoon het stempel ”ongeschikt” krijgen opgeplakt, terwijl ook zij echt wat te bieden hebben aan hun organisatie en hun collega’s.

Coaching is in dit soort situaties juist nodig voor mensen om überhaupt aan hun authenticiteit toe te komen. De praktijk laat zien dat dit hun dan nieuwe kracht, zelfvertrouwen en perspectief brengt op de plek die ze innemen. Tot voordeel van niet alleen zichzelf maar ook de naaste.

Dienstbaar beroep

Tot slot miste ik in het interview dat de noties van dienstbaarheid en ootmoed in relatie tot coachingtrajecten ook van de andere kant bekeken kunnen worden. Een coach stelt zich, als het goed is, ten dienste van een ander op. Zelf omschrijf ik coaching als ”meezoeken door te vragen”. Door vragen te stellen en (heel belangrijk) te luisteren zonder te oordelen, kun je als coach de ander helpen om bij de kern van zijn dilemma te komen.

Vervolgens ga je met elkaar onderzoeken welke stappen er gezet kunnen worden om vooruitgang te boeken. De coach is hierbij de ondersteuner, niet de hoofdpersoon. In deze verhouding komt duidelijk de dienstbaarheid als christelijk aspect van het beroep naar voren. Ik zie hierin ook aansluiting bij bijvoorbeeld het punt: „Andere mensen moet je prijzen, jezelf niet” uit het artikel ”Calvijn als coach” in dezelfde bijlage.

Vertrouwen in de Schepper

In het interview vat prof. dr. Paul de visie van de Britse socioloog Anthony Gibbens op de ideologie van de zelfontplooiing samen als: „We zijn niet wat we zijn, maar wat we van onszelf maken.” Ik zou hier de Duitse dichter Goethe tegenover willen zetten. Hij zei: „Behandel iemand zoals hij is, en hij zal blijven zoals hij is. Behandel iemand zoals hij zou kunnen zijn, en hij wordt wie hij zou moeten zijn.”

Een coach kan een dienstbare helper zijn op het pad van de zelfontplooiing. Op dat pad gelden de grenzen van de gebrokenheid van de schepping, maar mag er ook het vertrouwen zijn in de Schepper, Die in elk schepsel mogelijkheden heeft gelegd.

De spanning hiertussen is treffend verwoord door ds. Reinhold Niebuhr, in de eerste regels van zijn bekende gebed ”The Serenity Prayer”: „God, geef me de rust om de dingen te accepteren die ik niet kan veranderen; de moed om de dingen te veranderen die ik kan veranderen; en de wijsheid om het verschil te zien.”

De auteur werkt als consultant in de overheidssector en daarnaast als zelfstandig coach.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer