„Niet leerling, maar ouders te ambitieus bij keuze schoolniveau”
Meer middelbare scholieren moesten het afgelopen schooljaar een klas overdoen. En dat terwijl het percentages zittenblijvers in de jaren daarvoor juist daalde. Leerlingen hebben te hoge ambities, denkt het ministerie van Onderwijs. Herkennen scholen dat?
„Mijn indruk is dat het eerder de ouders zijn die de lat te hoog leggen”, reageert drs. De Kloe van het Driestar College in Gouda. „Zij willen hun kind op een hoog niveau krijgen, omdat ze denken dat het dan gelukkiger wordt. Ik geloof daar niet in.” Op zijn school lieten de cijfers het afgelopen jaar een andere beweging zien dan landelijk: iets meer leerlingen gingen over naar de volgende klas.
Met 98,5 procent heeft Driestar het streefcijfer van staatssecretaris Dekker van Onderwijs allang gehaald. De bewindsman wil dat in 2020 niet meer dan 3,8 procent van de leerlingen doubleert. En het ging de goede kant op: tussen 2012 en 2015 daalde het aantal zittenblijvers landelijk van 6,5 procent naar 5,4 procent. De lichte stijging van afgelopen schooljaar is te zien in alle leerjaren en op alle niveaus.
Dubieus
Op de Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen doet minder dan 1 procent van de leerlingen een jaar over. Locatiemanager Van Eckeveld noemt het effect van zittenblijven dubieus. „Je krijgt geen motivatie van doubleren. Volgens mij is eerder het tegenovergestelde waar: dat een leerling het dan helemaal laat afweten.”
De zomerschool, waarmee de Pieter Zandt twee jaar geleden begon, werpt betere vruchten af. „Het effect is 100 procent: alle leerlingen die daar worden bijgespijkerd gaan over.” Het gaat hierbij om scholieren die wel op het goede niveau zitten, maar bij één of twee vakken een achterstand hebben.
De noodzaak voor een zomerschool ontbreekt op de Prins Maurits in Middelharnis, zegt conrector Hoff van de christelijke scholengemeenschap. „We hebben geen groot probleem met zittenblijvers: bij uitzondering ligt het percentage op 1,5 tot 2 procent.”
Vaak zijn dat volgens Hoff leerlingen die door omstandigheden veel hebben gemist, maar het niveau wel aankunnen. „Is er een gebrek aan motivatie, dan zie je dat lang van tevoren aankomen.” De school geeft daarom veel aandacht aan mentoraat en biedt soms extra begeleiding via een huiswerkinstituut.
Dubbeladvies
Ook Hoff herkent de opmerking van het ministerie over te ambitieuze leerlingen niet. „Dat zien we meer bij ouders. Bij een dubbeladvies willen zij vaak voor het hoogste niveau gaan, omdat ze denken dat hun kind meer kan met een hogere opleiding.”
Van Eckeveld uit Kampen wijst erop dat de economie grotendeels draait op vmbo’ers. „We kunnen hen echt niet missen. Kijk naar de bouw, waar nu schreeuwend behoefte is aan gekwalificeerde werknemers.”
„Niemand is eropuit om een leerling te hoog of te laag in te schatten”, zegt hij. Toch ziet de school nog steeds dat „ouders het blijkbaar interessant vinden als hun kind havo of vwo doet. Terwijl het erom gaat dat we de talenten die we van onze Schepper hebben gekregen –op welk niveau dan ook– inzetten tot Zijn eer. Dat houdt Gods Woord ons voor en roepen we hard met zijn allen, maar in de praktijk is nog niet iedereen daarvan overtuigd.”