Opinie

Waarom hebzucht geen protestantse uitvinding is

Bart Jan Spruyt laat zich te gemakkelijk meevoeren in de kritiek aan het adres van de Reformatie, stelt dr. Joost Hengstmengel. Dat het kapitalisme met zijn uitwassen zonder de Reformatie ondenkbaar is, is nooit vast komen te staan.

dr. Joost Hengstmengel
5 April 2017 14:53Gewijzigd op 16 November 2020 10:14

De Reformatie blijkt deels –in haar onbedoelde gevolgen– mislukt, aldus dr. Bart Jan Spruyt in zijn prikkelende column (RD 1-4). Dat de herdenking van 500 jaar Reformatie een goede gelegenheid is om de erfenis van Luther en Calvijn kritisch te bevragen, kan ik alleen maar onderstrepen. Een boek als ”The Unintended Reformation” van de rooms-katholieke historicus Brad Gregory waar de columnist naar verwijst, biedt hiertoe ruim voldoende materiaal.

Minder overtuigend is het voorbeeld dat Spruyt geeft. Het kapitalisme, met in zijn kielzog globalisering, consumentisme en milieuproblematiek, zou volgens hem ondenkbaar zijn zonder de Reformatie. Ook de transformatie van de hebzucht van een christelijke hoofdzonde naar bijna een deugd in moderne tijden, schaart hij onder de onbedoelde gevolgen van de Reformatie. Vergelijkbare ideeën vinden we in het boek van Gregory.

De stelling dat het kapitalisme wortelt in het protestantisme, stamt uit het begin van de vorige eeuw. Deze zogenaamde Weber-these, vernoemd naar de socioloog Max Weber, vond academische bijval maar is sindsdien ook onophoudelijk bekritiseerd. Zo klonk uit katholieke hoek het tegenargument dat de kapitalistische geest van verrijking en spaarzaamheid al opkwam in de late middeleeuwen en de renaissance en dus onmogelijk een (bij)product kan zijn geweest van de zestiende-eeuwse Reformatie. Gregory is bekend met dit soort tegenwerpingen, maar houdt toch staande dat een en ander met de Reformatie in een stroomversnelling kwam.

Anders dan Weber stelt Gregory namelijk dat het niet zozeer Luthers of Calvijns theologie of het protestantse denken over economie was die een vruchtbare bodem vormde voor het kapitalisme, maar meer algemeen de religieuze en politieke spanningen in een theologisch verdeeld Europa. Het kapitalisme is daarmee inderdaad een onbedoeld gevolg van de Reformatie, zij het vooral als neveneffect. Om de opkomst van het kapitalisme en zijn uitwassen te typeren als een mislukking van de Reformatie, zoals Spruyt doet, is daarom op zijn minst eenzijdig. Is dit neveneffect de Reformatie eigenlijk wel aan te rekenen?

Hoogmoed

De veranderende visie op hebzucht, het tweede aspect, is een verhaal op zich. Ooit de wortel van alle kwaad, werd het in de verlichting verheven tot economische deugd. Hebzucht op individueel niveau zou leiden tot economische voordelen op samenlevingsniveau. De Rotterdammer Bernard Mandeville, van huis uit protestant, was in de achttiende eeuw een belangrijke aanjager van deze ”greed is good”-gedachte. Sommigen houden er (ten onrechte) ook de protestant Adam Smith verantwoordelijk voor. Historisch gezien kunnen we echter beter spreken van een katholieke uitvinding.

Nog relatief onschuldig is een ontwikkeling in de vroegmiddeleeuwse theologie. Onder invloed van onder anderen Augustinus werd steeds vaker de hoogmoed/trots en niet de hebzucht/begeerte gezien als de koningin en moeder van alle ondeugden. Uit hoogmoed kwamen alle andere zonden ten diepste voort. De hebzucht werd daarmee als het ware een overtreding van de tweede orde, hoewel nog altijd een doodzonde. Belangrijker wellicht voor een nieuwe kijk op hebzucht waren een tweetal dialogen uit katholieke kring, ”De avaritia” (1428) en ”De l’avarice” (1598). In beide klinkt het voor die tijd ongehoorde geluid dat een rusteloos streven naar geld en bezit niet per se schadelijk is, noch voor het individu, noch voor de samenleving. Hebzucht is aangeboren, moet dus een bepaald doel dienen en heeft zelfs een beschavend effect.

Uit de fles

De opwaardering van de hebzucht bereikte een voorlopig hoogtepunt, of dieptepunt zo u wilt, bij de theoloog Pierre Nicole (1625-1695). Als boegbeeld van het jansenisme, een strengaugustijnse stroming binnen de katholieke kerk, benadrukte Nicole de verdorvenheid van de in zonde gevallen mens. Niet de liefde tot God en de naaste, maar de eigenliefde beheerst de mens. Dat harmonieus samenleven niettemin mogelijk is, komt doordat hebzucht en begeerte –dankzij de algemene genade– de plaats van naastenliefde hebben ingenomen. De hebzucht imiteert de naastenliefde zo goed dat er op het eerste gezicht geen verschil is tussen een republiek van heiligen en een samenleving waarin het egoïsme regeert. De begeerte naar geld en bezit bouwt herbergen voor reizigers, zorgt voor de invoer van uitheemse producten, laat dokters en handwerklieden voor ons werken enzovoort.

Nicole praat de hebzucht niet goed, integendeel. Maar door dit soort ideeën aan het papier toe te vertrouwen, ontsnapte de geest van het kapitalisme wel uit de fles. Protestantse auteurs zoals Mandeville, die zonder twijfel bekend was met Nicoles werk, hoefden de economische details alleen maar verder uit te werken. Dus ja, Spruyt heeft gelijk dat het denken over hebzucht ergens tussen de meditaties van Wessel Gansfort en de ”Christenreis” van Bunyan radicaal veranderde, maar niet dat de Reformatie eraan te pas moest komen.

Over het aandeel van het protestantisme in de opkomst van het kapitalisme wordt al ruim honderd jaar gedebatteerd. Dat het kapitalisme met zijn uitwassen zonder de Reformatie ondenkbaar is, is hierbij niet vast komen te staan. Het is dan ook de vraag of we de onbedoelde mislukkingen van de Reformatie niet op andere terreinen moeten zoeken.

De auteur is werkzaam aan de Tilburg School of Catholic Theology. Zijn onderzoek richt zich op de verhouding tussen theologie en economie.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer