De autoriteiten vrezen dat het dodental nog verder oploopt, omdat nog circa vierhonderd mensen worden vermist. Ook zijn door de aardverschuiving ongeveer tweehonderd gewonden gevallen.

In Mocoa, hoofdstad van de zuidwestelijke provincie Putamayo, zijn complete wijken door de modderstromen verwoest. Bruggen stortten in.

Door hevige regenbuien traden in de nacht van vrijdag op zaterdag rivieren buiten hun oevers. De schade is enorm. Volgens burgemeester Jose Antonio Castro zijn huizen in zeventien wijken zwaar getroffen. Voor de bewoners was er amper tijd een goed heenkomen te zoeken.

Castro zei dat Mocoa door de natuurramp geïsoleerd is geraakt. Tienduizenden mensen zitten zonder elektriciteit of water. Ook is er gebrek aan voedsel. „Het kleine aantal supermarkten dat niet is getroffen door de aardverschuiving, gaat niet open”, zei een ooggetuige tegen de Colombiaanse krant El Tiempo.

De politie liet weten dat het belangrijkste toegangsweg naar Mocoa door het natuurgeweld niet meer toegankelijk is. De ziekenhuizen zijn overvol, omdat voortdurend gewonden worden binnengebracht.

President Juan Manuel Santos bezocht het rampgebied zaterdag en riep de noodtoestand uit. Ruim 1100 militairen en politiemensen zijn ingezet bij de reddingswerkzaamheden. Santos zei dat in de nacht van vrijdag op zaterdag 130 millimeter regen is gevallen. „Dat is 30 procent van de regen die in normale omstandigheden gedurende een maand valt”, zei Santos.