Vissers en ngo’s proberen uitstel aanlandplicht schol te verkrijgen
Vissers en milieuorganisaties (ngo’s) doen samen een poging om voor ondermaatse schol uitstel te krijgen van de aanlandplicht. In 2018 willen de vissers extra onderzoek doen naar de overleving van schol die in zee wordt teruggegooid.
Het initiatief is geboren binnen de regionale adviesraad voor de Noordzee (RAC), een adviesorgaan van de Europese Unie waarin visserijorganisaties en ngo’s zitting hebben. Een werkgroepje van VisNed (Nederlandse kottervissers), Stichting De Noordzee en de Nederlandse Elasmobranchen Vereniging, een organisatie die haaien en roggen wil beschermen, trekt de kar.
„Ik heb geen moeite met uitstel”, liet directeur Irene Kingma van de haaien- en roggenvereniging vrijdag desgevraagd weten. „Vissers en wij hebben een gezamenlijk belang om de visserij op de Noordzee te verduurzamen. Als het onderzoek daaraan bijdraagt, is dat alleen maar goed.”
Directeur Pim Visser van VisNed benadrukt dat de gesprekken nog in een verkennende fase zitten. „We gaan proberen iedereen in de RAC op één lijn te krijgen.” In de RAC hebben, naast de visserijorganisaties, acht ngo’s zitting.
Vanaf 2019 moeten vissers in principe alle gevangen vis, ook ondermaatse (jonge) vis en onverkoopbare soorten, aan land brengen. Voor jonge schol geldt dat al vanaf 2018. De vissers willen aantonen dat minimaal een derde van de onbedoeld meegevangen jonge schol na teruggooien in zee overleeft en doorgroeit naar volwassenheid. Het onderzoek is volgens VisNed echter vertraagd, onder meer doordat een vergunning voor dierproeven negen maanden op zich liet wachten.