DNB: regering kan niet achteroverleunen
De volgende regering heeft economisch de wind in de rug, maar kan niet rustig achterover leunen. Dat stelde DNB-president Klaas Knot donderdag in een toelichting op het jaarverslag. Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) zijn er niet alleen nog een veel hervormingen nodig, ook is het raadzaam dat het nieuwe kabinet op de centen blijft letten.
„Stilstand is achteruitgang”, aldus Knot, die daarbij herhaalde dat er nog altijd te veel wordt geleend in Nederland en tevens te veel wordt gespaard. De centralebankpresident doelde daarbij vooral op de hypotheekschulden en de enorme hoeveelheid geld die in pensioenvermogens wordt weggezet, wat de economie kwetsbaar maakt. De huidige opleving van de economie lijkt hem bij het uitstek het moment om hier iets aan te doen.
Knot ziet graag dat een aantal prikkels in het belastingstelsel worden bijgesteld. Nu worden eigenwoningbezit en pensioensparen nog fiscaal gestimuleerd. Dit verstoort echter de vrijheid van huishoudens om uitgaven te doen en de schatkist loopt daardoor weer geld mis, wat er weer aan bijdraagt dat inkomens van werkenden onnodig zwaar worden belast.
DNB toonde zich wel erg positief over de omvangrijke bezuinigingen en hervormingen die Nederland al achter de rug heeft. De werkloosheid daalt zelfs harder dan verwacht. Ook zijn de overheidsfinanciën op orde gebracht.
„Overschat echter niet de budgettaire ruimte die er in de nieuwe coalitieperiode is”, benadrukte Knot. Om te voorkomen dat Nederland in de toekomst weer zo flink moet bezuinigen is het volgens hem raadzaam dat er in gunstige economische tijden gestreefd wordt naar een begrotingsoverschot van zo’n 1 procent van het bruto binnenlands product.
DNB ziet daarbij verder grote uitdaging in het verduurzamen van de economie. „Welvaart die tot grote ecologische schade leidt, die de sociale verhoudingen in een land onder druk zet of gebaseerd is op financiële zeepbellen, is op de lange termijn onhoudbaar”, aldus Knot.
Voor de huizenmarkt wordt onveranderd gepleit voor een verdere afbouw van de hypotheekrenteaftrek en van de maximale omvang van een lening ten opzichte van de waarde van een huis. Op de arbeidsmarkt vindt DNB het verder raadzaam dat de verschillen tussen vast en flex worden verkleind en blijft er volgens de centrale bank ruimte voor loonstijgingen.