Fors meer meer grootverdieners bij politie
Steeds meer politiemedewerkers hebben een rianter inkomen dan hun hoogste baas, korpschef Erik Akerboom. De lijst over 2016 telt 24 grootverdieners (meer dan een ministerssalaris van 179.000 euro), tegen zeven in 2015. De politie verwacht dat hun aantal volgend jaar opnieuw hoger zal zijn, maar kan hier weinig tegen doen.
Topverdiener is al jaren adviseur en oud-hoofdcommissaris van de Amsterdamse politie Bernard Welten. Inclusief pensioenbijdragen en een lang geleden afgesproken bijdrage aan zijn woning kreeg hij vorig jaar ruim 267.000 euro.
Dat is fors meer dan de 148.000 euro van korpschef Akerboom die in maart 2016 aantrad. De scheefgroei duidt erop dat de huidige Wet normering topinkomens (WNT) van minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken) niet goed werkt voor de politie.
Formeel voldoet de organisatie aan alle regels van de WNT. De leden van de korpsleiding zoals Akerboom mogen als ‘topfunctionarissen’ niet meer verdienen dan een minister. Zij voldoen daaraan of vallen nog onder een wettelijke overgangsregeling.
Maar buiten de vijfkoppige korpsleiding gelden hooggeplaatste medewerkers niet als topfunctionaris. Voor hen geldt de norm van een ministerssalaris ook niet. Als zij meer verdienen, moet dit alleen worden gemeld.
Juist deze groep van veel verdienende (oud-)chefs en adviseurs groeit. Onder hen is behalve Welten bijvoorbeeld ook oud-korpschef Gerard Bouman met bijna 194.000 euro. De lijst telt verder nog zes mensen die boven de norm zitten, maar dat is omdat zij een eenmalige schadevergoeding hebben gekregen vanwege een posttraumatische stressstoornis.