Onrust in Zimbabwe tijdens verkiezingen
In Zimbabwe zijn zondag bij tussentijdse verkiezingen in het onrustige noordwestelijke kiesdistrict Lupane twee activisten van de oppositie door de politie aangehouden toen zij een klacht wilden indienen wegens ontvoering en marteling door aanhangers van Zanu-PF, de partij van president Robert Mugabe.
Dat heeft een woordvoerder van de oppositie gezegd. De twee campagnemedewerkers werden vrijdag vrijgelaten door oud-rebellen uit de onafhankelijkheidsstrijd. De politie beweerde dat de twee geweld hadden gepleegd tegen aanhangers van Zanu-PF en sloot hen op, aldus de oppositie.
Zaterdagavond hadden ruim 12.000 van de 47.000 geregistreerde kiezers hun stem uitgebracht. De stemlokalen sloten gisteravond. Meer dan 1000 kiezers kregen assistentie, onder meer omdat ze beweerden niet te kunnen lezen. De oppositie bekritiseerde dit ”geassisteerde stemmen”, dat onlangs in de kieswet is opgenomen. Het zou de overheid de macht geven om kiezers te belonen, vooral via de distributie van voedselhulp. Het gebied, een bolwerk van de oppositie, lijdt onder een ernstig voedseltekort.
Volgens Mugabe heeft Zimbabwe geen buitenlandse hulp meer nodig. Hij voorspelt een recordoogst van 2,4 miljoen ton. Volgens veel experts zal de oogst maar 700.000 ton opleveren, waardoor 8 miljoen inwoners dreigen te verhongeren. Amnesty vroeg Mugabe om de noodhulp niet te gebruiken als politiek wapen.
Als de Beweging voor Democratische Verandering (MDC) van Morgan Tsvangirai zijn zetel in Lupane verliest, heeft Zanu-PF in totaal 98 zetels, twee te weinig voor een meerderheid om de grondwet te kunnen wijzigen. Op dit moment heeft de MDC in Zimbabwe 51 zetels en een kleinere oppositiepartij 1 zetel.
De verkiezing in Lupane was nodig na het overlijden van een MDC-parlementslid. Zijn dood zou het gevolg zijn van een slechte behandeling tijdens zijn verblijf in een politiecel.