Rechters: voorlopige hechtenis beter uitleggen
Rechters gaan beter hun best doen om goed uit te leggen waarom ze verdachten in voorlopige hechtenis zetten en houden. De Raad voor de rechtspraak, het bestuur van alle Nederlandse rechtsprekende organen, neemt klachten van het College voor de Rechten van de Mens ter harte. In een rapport constateert het mensenrechtencollege maandag dat de Nederlandse rechters die voorlopige hechtenis onvoldoende onderbouwen.
Strafrechter Michiel de Ridder, voorzitter van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS), zegt die kritiek te omarmen. „We vinden zelf ook dat het beter moet.” De Ridder benadrukt dat geen verdachten ten onrechte in hechtenis zitten. „Rechters behandelen elke zaak zeer nauwkeurig, elke beslissing is weloverwogen. Waar het aan schort is dat deze overwegingen niet altijd hun weg helder en volledig naar papier vinden.”’
Onderzoekers van het College voor de Rechten van de Mens, een onafhankelijk toezichthouder op de mensenrechten in Nederland, constateert dat de motivering bij vier van de zes onderzochte rechtsorganen onvoldoende is. Die conclusie is getrokken na het doorspitten van ruim driehonderd dossiers bij vier rechtbanken (Zeeland-West-Brabant, Rotterdam, Gelderland en Rotterdam) en twee gerechtshoven (Den Bosch en Amsterdam).
Het merendeel van de raadkamerbeslissingen over gevangenhouding - waarin rechters bespreken of een verdachte op verzoek van het OM tot drie maanden moet worden vastgezet - is genomen zonder goede onderbouwing. Bij één onderzochte rechtbank troffen de onderzoekers een kruisjesformulier aan, waarop geen ruimte was voor schriftelijke motivatie.
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) bepaalt dat een verdachte in beginsel zijn proces in vrijheid mag afwachten, tenzij dat niet kan. Het mensenrechtencollege is kritisch over de Nederlandse praktijk en stelt dat hier eerder het omgekeerde geldt, namelijk „vast, tenzij”. Rechters worden gewezen op minder ingrijpende maatregelen, zoals een enkelband, de verplichting om een behandeling te ondergaan of een contactverbod.