Boer Maurits von Martels over zijn race naar CDA-zetel in Tweede Kamer
Op eigen kracht komt hij voor het CDA in de Tweede Kamer. Jonkheer Maurits von Martels (56), wethouder en melkveehouder in Dalfsen, sleepte bij de verkiezingen 21.500 voorkeursstemmen in de wacht. De rooms-katholieke parlementariër, die donderdag is beëdigd, wil in politiek Den Haag opkomen voor boeren.
TOEN
Voluit heet ik jonkheer Maurits Rolof Hubertus Marie von Martels. Ik behoor tot de adel. Mijn wortels liggen in Duitsland. Vandaar emigreerde mijn grootvader in 1904 naar landgoed Hessum bij Dalfsen. Daar ben ik opgegroeid op de boerderij en ik woon er nog altijd. Mijn vrouw Aimée en ik hebben drie zoons.
Als kind wilde ik één ding: boer worden. Net als vader. Ik heb altijd liefde gevoeld voor de melkveehouderij. Samen met een compagnon houd ik nu meer dan honderd melkkoeien.
Ik kom uit een gezin van vier kinderen. De mentaliteit was: ”niet zeuren, maar aanpakken”. Onze ouders brachten ons verantwoordelijkheidsgevoel bij. Kom op voor je medemens. Focus je niet alleen op je eigen bedrijf, alsof dat het centrum van de wereld is. Verbreed je blikveld. Ook omdat mijn vader CDA-raadslid in Dalfsen was, leerde ik oog te krijgen voor allerlei maatschappelijke kwesties.
Een voorbeeld: moest een fietspad in de buurt van Dalfsen wel of niet worden doorgetrokken? Boeren protesteerden, omdat zo’n fietspad ten koste zou gaan van landbouwgrond. Voorstanders hamerden erop dat het verkeer veiliger werd. Ook ik zat op die lijn, zeker ook omdat een klasgenootje op de bewuste locatie was verongelukt.
Tot mijn 49e was ik fulltime boer. Sinds 2010 was ik in Dalfsen wethouder voor het CDA. Dat kostte me wekelijks 60 uur. Daarnaast was ik boer, 20 uur per week.
NU
Eddy van Hijum, CDA-gedeputeerde in Overijssel en voorheen CDA-Kamerlid, vroeg me vorig jaar of de landelijke politiek iets voor me was. Ik voelde daar wel voor. Ik solliciteerde en doorliep een selectieprocedure. Aan het eind daarvan sprak ik met CDA-leider Buma. Hij vroeg me: „Ben je bereid compromissen te sluiten?” Ik zei: „Jazeker, dat is in de politiek nu eenmaal noodzakelijk. Maar je moet wel vechten voor je zaak.” Uiteindelijk kwam ik op de 44e plek van de kandidatenlijst terecht.
Ik besloot actief campagne te gaan voeren, om zo met voorkeursstemmen in de Tweede Kamer te worden gekozen. Ons campagneteam bestond uit ongeveer vijf personen. Mensen met kennis van communicatie, en ook mijn vrouw Aimée. Die zorgde ervoor dat ik met beide voeten op de grond bleef staan.
Posters plakken of optreden in zaaltjes heeft weinig zin. Ik heb me vooral gepresenteerd op sociale media. Vooral een filmpje op internet, waarin ik een brief aan Mark Rutte voorlees, heeft mij aan veel stemmen van boeren geholpen. In dat filmpje, 130.000 keer bekeken, pleit ik voor meer boerenverstand in de Tweede Kamer. Dat ik met 21.500 voorkeursstemmen gekozen ben, is ook te danken aan duizenden stemmen hier uit de regio. Mensen kennen me hier als wethouder en boer.
STRAKS
In de Tweede Kamer wil ik opkomen voor boeren, samen met Jaco Geurts, die al Kamerlid is voor het CDA. Agrariërs hebben al jaren te maken met zwabberbeleid van de overheid. Op 1 april 2015 werd de Europese melkquotering afgeschaft. Boeren mochten meer melk produceren, dus bouwden ze grotere stallen. Later werd de boeren weer voorgehouden om hun veestapel in te krimpen, om er zo voor te zorgen dat ons land minder mest en dus minder fosfaat produceert. Dat alles leidt ertoe dat boeren geen deugdelijk ondernemersplan kunnen maken en zich niet goed kunnen voorbereiden op de toekomst. Agrariërs verdienen helder en duidelijk beleid uit Den Haag.
Ik erger me geregeld aan voorstellen van linkse partijen voor de agrarische sector. Neem de zogeheten kalverliefdemotie van de Partij voor de Dieren. Die beoogt dat een pasgeboren kalf langer bij de moederkoe moet blijven. Die motie is nog aangenomen ook. Wat mij betreft door een gebrek aan kennis bij Kamerleden. Als boer weet ik dat je een kalf maar het best zo snel mogelijk bij de koe vandaan kunt halen. Hoe langer het kalf bij moeder blijft, hoe meer beide dieren van slag zijn als ze uit elkaar worden gehaald. Laat de politiek zich niet met zulke zaken bemoeien.
Ja, ik stoor me eraan dat dieren steeds meer worden vermenselijkt. Straks gaat de politiek nog verplichten dat je je hond vijf keer per dag moet uitlaten en dat de goudvis meer ruimte moet krijgen.
Zeker, ook boeren moeten goede rentmeesters zijn. Mijn ervaring is dat agrariërs in Nederland oog hebben voor duurzaamheid en dierenwelzijn. Wereldwijd lopen we voorop. Een koe leeft hier in een paleisje. Maar boeren worden niet goed van allerlei rare maatregelen, waarvan het nut ook vaak niet is bewezen. Ergerlijk vind ik bijvoorbeeld de politieke discussie over weidegang. Iedere koe zou een deel van het jaar in de wei moeten lopen. Terwijl ik weet dat veel boeren hun stallen prima op orde hebben en koeien er niet minder van worden als ze 100 procent binnen staan.
Ik heb er de nodige aarzelingen bij als GroenLinks in een kabinet stapt met VVD, CDA en D66. GroenLinks tapt uit een heel ander vaatje dan het CDA. GroenLinks wil de veestapel fors inkrimpen. Daar heb ik grote moeite mee. Gelukkig stijgt de melkprijs weer. Wereldwijd groeit de vraag naar melk.
Ik houd er rekening mee dat het Kamerlidmaatschap tegenvalt. Ik wil geen onderdeel worden van een hyperige cultuur, die gekenmerkt wordt door scoringsdrift die tot niets leidt. Wekelijks wil ik hooguit twee nachten in Den Haag doorbrengen. Op zondag blijf ik de koeien melken.”