Ieder Kamerlid zweert of verklaart bij zijn beëdiging dat hij of zij, om tot lid van de Staten-Generaal te worden benoemd, „rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heeft gegeven of beloofd.”

De parlementariër zweert of belooft daarnaast dat hij of zij „om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enige belofte heeft aangenomen of zal aannemen.”

Ten slotte zweert of belooft de politicus „trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan de Grondwet” en dat hij of zij „de plichten die mijn ambt mij oplegt, getrouw zal vervullen.”

Alle fractieleden van CDA (19), ChristenUnie (5) en SGP (3) legden donderdag de eed af. Dat deden ook de lijsttrekkers Rutte (VVD), Klaver (GroenLinks) en Baudet (Forum voor Democratie).

Van de 33-koppige VVD-fractie kozen 10 leden voor de eed; dat gold eveneens voor 8 van de 20 PVV-Kamerleden.

Bij GroenLinks legde behalve Klaver ook Westerveld de eed af. Bij D66 koos Van Meenen daar voor, bij de SP Van Raak, bij de PvdA Ploumen en bij 50PLUS Van Rooijen.

Bij de PvdD en DENK legde geen van de Kamerleden de eed af.

Sinds de verkiezingen van vorige week woensdag is het kabinet-Rutte II demissionair. Dit maakt het mogelijk dat donderdag een aantal bewindspersonen werd beëdigd als Kamerlid. Tijdens de formatie zijn zij dan zowel Tweede Kamerlid als minister of staatssecretaris. Dit geldt bijvoorbeeld voor Rutte (VVD) en Asscher (PvdA).