Mede verantwoordelijk
Wat kan een regeringspartij zich veroorloven? Op welke punten kan zij zich van het kabinetsbeleid distantiëren terwijl zij toch in de coalitie blijft? Die vragen zijn de komende dagen aan de orde wanneer het gaat om een verlenging van de inzet van Nederlandse militairen in Irak.
Tenzij het CDA omgaat, is er binnen het kabinet een duidelijke meerderheid voor het voortzetten van onze militaire presentie in dat land. De VVD is uitgesproken voor. Onze liberale minister van Defensie toont wat dat betreft geen spoor van twijfel.
In de Tweede Kamer zijn LPF en SGP er ook voor om te blijven. Samen met VVD en CDA levert dat een krappe meerderheid op. Het is niet waarschijnlijk dat LPF en SGP, hoewel ze voor verlenging van het mandaat zijn, tegen zullen stemmen louter en alleen om het kabinet in moeilijkheden te brengen.
Maar is daarmee de kwestie Irak opgelost? Afgedacht van het ongewisse van de veiligheidssituatie en de politieke ontwikkelingen in dat land, is dan op een belangrijk punt een besluit genomen waar een van de drie regeringspartijen zich van distantieert.
Is dat vol te houden? Goed voor de onderlinge verhoudingen in de coalitie is dat zeker niet. Vooral wanneer opnieuw Nederlandse soldaten zouden sneuvelen en er van de kant van D66 steeds weer op gewezen wordt dat het hun keuze niet was om in Irak te blijven.
CDA en VVD kwamen bij de laatste verkiezingen net niet aan een meerderheid. Zij hadden een of meer kleine partijen nodig. Met de LPF hadden zij in het eerste kabinet-Balkenende slechte ervaringen opgedaan. Dat bleek een stelletjes vrijbuiters te zijn waarop je geen staat kon maken.
De andere mogelijkheden waren D66 of de kleine christelijke partijen. Beide alternatieven werden in de formatie gelijktijdig beproefd, waarbij (zoals te verwachten was) de keus op D66 viel. Niet voor niets ontstond de gedachte dat ChristenUnie en SGP vooral als onderhandelingspartner waren ingezet om de D66’ers duidelijk te maken dat zij niet onmisbaar waren.
Toch wist D66 een aantal voor haar belangrijke punten in het regeerakkoord te krijgen: de gekozen burgemeester, het referendum en een nieuw kiesstelsel voor de Tweede Kamer. Zaken die de partij vanaf haar oprichting (nu toch al bijna veertig jaar geleden) dierbaar waren.
Maar voor wat hoort wat. D66 moet zich realiseren dat je in een regeringscoalitie op elkaar aangewezen bent. Het uitzenden van Nederlandse troepen naar risicogebieden is eigenlijk een te belangrijk punt dan dat je je daar als regeringspartij zomaar van los kan maken.
Als D66 inderdaad vindt dat die uitzending volstrekt onverantwoord is, dan moet men daar consequenties aan verbinden en uit het kabinet treden. Als regeringspartij draag je verantwoordelijkheid voor het hele kabinetsbeleid. Niet alleen voor de voorstellen van je eigen bewindslieden of voor de zaken die je in de Kamer gesteund hebt.
Dat zou ook gegolden hebben voor ChristenUnie en SGP wanneer zij vorig jaar tot het kabinet waren toegetreden. Niet voor niets was dat een zaak met veel haken en ogen.