Oost–Timor wil af van arrestatiebevel Wiranto
De openbaar aanklager in Oost–Timor wil dat een eerder uitgevaardigd arrestatiebevel tegen de Indonesische presidentskandidaat Wiranto van tafel gaat. Volgens Longuinhos Monteiro is het arrestatiebevel prematuur.
„De zaak wordt niet gesloten, maar er moet een herziening plaatshebben", aldus citeert donderdag The Jakarta Post de hoogste justitiële functionaris van Oost–Timor.
Een Oost–Timorese rechter, verbonden aan het door de Verenigde Naties gesteunde speciale mensenrechtentribunaal in het jonge land, berichtte maandag over het arrestatiebevel. De mededeling leidde zowel in eigen land als in Indonesië tot wrevel bij de staatsleiding.
Wiranto wordt als toenmalig legerleider medeverantwoordelijk gehouden voor het geweld rond het referendum van 1999 waarin Oost–Timor massaal koos voor onafhankelijkheid van Indonesië. Pro–Jakarta–milities doodden toen, gesteund door het Indonesische leger, ongeveer duizend burgers. Na een overgangsperiode onder VN–toezicht werd het straatarme Oost–Timor twee jaar geleden onafhankelijk.
Het tribunaal dat het geweld rond de volksraadpleging onderzoekt, heeft Wiranto vorig jaar aangeklaagd. Indonesië weigert evenwel enkele honderden aangeklaagde militairen uit te leveren en heeft in plaats daarvan een eigen tribunaal opgezet. Wiranto op zijn beurt ontkent elke schuld aan het bloedvergieten.
Kort nadat het tribunaal in Oost–Timor de aanklacht vorig jaar op tafel had gelegd, zei de Oost–Timorese president Xanana Gusmao deze stap te betreuren. De politieke leiding in Dili houdt liever de verhoudingen met de enorme buur Indonesië goed, dan aan te koersen op een confrontatie over aanklachten.