Eén bankier kreeg een beroepsverbod van een jaar, omdat hij privébelangen verstrengelde met de zakelijke belangen van een cliënt bij het financieren van een hypotheek voor de aankoop van een huis. De andere bankier kreeg een verbod voor zes maanden vanwege het veelvuldig en herhaaldelijk inkijken van bankgegevens van cliënten, zonder dat daarvoor een zakelijke aanleiding was.

Beide bankiers zijn inmiddels ontslagen door de bank waar ze werkten. Ze kunnen nog beroep aantekenen tegen de uitspraak. De tuchtcommissie maakte niet bekend bij welke banken de twee werkzaam waren.

Inclusief bovenstaande zaken heeft de tuchtcommissie tot nog toe aan drie bankiers een tijdelijk beroepsverbod opgelegd. Zij velde daarbij in totaal in vijf zaken een oordeel. Afgelopen december deed de commissie haar eerste uitspraak.

Volgens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) dragen de opgelegde beroepsverboden bij aan het „zelfreinigend vermogen” van de bankensector. „Dit toont aan dat de bankierseed niet vrijblijvend is”, aldus de NVB in een verklaring. De bankenvereniging spreekt verder van een signaal van de vernieuwing van de sector.