Na Unilever staat nu AkzoNobel op het menu
Verfproducent AkzoNobel heeft een ongevraagd overnamebod van branchegenoot PPG van de hand gewezen. De Amerikanen waren bereid bijna 21 miljard euro op tafel te leggen. Maar het voorstel was volgens bestuursvoorzitter Ton Büchner niet in het voordeel van aandeelhouders, klanten en personeel.
De topman vindt allereerst de prijs te laag, en vreest daarnaast dat een overname veel arbeidsplaatsen kost. De ondernemingsraad van AkzoNobel schaarde zich achter Büchner. Alleen al in Nederland zouden bij een overname zo’n duizend banen op de tocht kunnen komen te staan.
Volgens minister Henk Kamp (Economische Zaken) is het bod evenmin in het belang van Nederland. Ook hij benadrukte de belangrijke rol die AkzoNobel in ons land heeft als werkgever. Vorige maand stond was- en voedingsmiddelenproducent Unilever al op het menu bij een Amerikaanse branchegenoot. Ook dat bod kon zo kort voor de verkiezingen rekenen op kritische reacties vanuit de politiek.
Beleggers hebben vooralsnog lak aan alle bedenkingen tegen het Amerikaanse overnamebod. Zij zetten het aandeel op de beurs fors hoger. Daarbij speelt mogelijk mee dat AkzoNobel zelf liet weten een afsplitsing van zijn chemiedivisie te overwegen. Op dat plan broedt het bedrijf naar eigen zeggen al langer, maar na het overnamevoorstel van PPG is besloten er vervroegd mee naar buiten te treden.
Voor de afsplitsing worden verschillende opties bekeken, waaronder een zelfstandige beursnotering. Het betreffende onderdeel maakt specialistische chemicaliën die verwerkt worden in producten uiteenlopend van ijs en soep tot asfalt en zeep. Vorig jaar werd daarmee een omzet behaald van 4,8 miljard euro, op een totaal van 14,2 miljard euro.
PPG liet weten nog altijd veel pluspunten te zien in zijn overnamevoorstel. Het Amerikaanse bedrijf zou graag met AkzoNobel in gesprek gaan.