Persoonlijkheid predikant heeft grote invloed op de preek
Er is al veel nagedacht en geschreven over de prediking. Ook over de hoorders. Maar de prediker? Marinus Beute schreef een fraaie studie over de persoon van de prediker. De titel is een schot in de roos: ”Wie ben ik als ik preek?”.
De auteur is predikant in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Hij schreef deze dissertatie onder begeleiding van prof. dr. C. J. de Ruijter. Het is een persoonlijke zoektocht naar het theologische zelf van de predikant.
In de school van de Duitse theoloog en filosoof Schleiermacher (1768-1834) wordt de prediker zegsman van de gemeente. De kracht van zijn boodschap wordt afhankelijk van zijn persoon(lijkheid). Hij moet de ideale geloofsgoeroe zijn die moet voldoen aan torenhoge verwachtingen.
Later maakte de Zwitserse theoloog Karl Barth (1886-1968) daar radicaal korte metten mee. Volgens hem moet de prediker slechts na-zeggen. Hij moet schuilgaan achter het Woord. Zijn zelf ‘sterft’ op de kansel. Hij is een heraut in de dienst van Christus, en in die functie is hijzelf een belangrijke sta-in-de-weg.
Beute zoekt een andere benadering. Volgens hem doet de prediker er wel degelijk toe. Het is een gevaarlijke vergissing om te denken dat door niet na te denken over je eigen persoon je prediking objectiever wordt, en meer autoriteit krijgt. Dan gaan dingen ondergronds. Prediking gebeurt nu eenmaal niet zonder prediker.
Het is beter om de vraag op tafel te leggen: Wie ben ik als persoon wanneer ik preek? Waarom treed ik op zoals ik optreed? Onderzoeken hebben aangetoond dat de persoon van de prediker een enorme invloed heeft op de communicatie. Daarom moet de prediker niet alleen ‘sterven’ op de kansel, maar ook ‘opstaan’.
Geen postmoderne gril
De reflectie op het ”zelf” komt op uit de geestesgeschiedenis in het Westen. De kerkvader Augustinus begon er al mee. Zijn ”Belijdenissen” zijn in de ik-vorm geschreven. Zodoende konden de psychologie en de zelfbespiegeling opkomen, waarin alle accent op de mens kwam te liggen.
Beute (er)kent voluit de betekenis van de empirische wetenschappen. Maar hij zoekt vooral naar het theologische zelfbeeld van de prediker. Hij betoogt dat dat niet maar een postmoderne gril is. Immers, de Bijbel zelf geeft ruim aandacht aan de persoon van de prediker. De Heilige Geest schakelt mensen in. Predikers zijn niet alleen maar hindernissen, ze zijn voertuigen voor het Woord. Zij mogen en moeten ook een keer ”ik” zeggen op de preekstoel, en de mensen ertoe oproepen hen na te volgen (1 Kor. 11:1).
Predikant zijn is een way of life. Beute vindt in de apostel Paulus een voorbeeld. Paulus reflecteert namelijk uitvoerig op zijn persoon als prediker in relatie tot zijn tekst (het Evangelie) en zijn hoorders (de gemeente). Beute beperkt zich tot de beide brieven aan de Korinthiërs, waarbij hij prachtige Bijbels-theologische overwegingen maakt. Paulus is gezonden. Gezonden door… (daar ligt de autoriteit), gezonden naar… (relatie met de hoorders), gezonden om te… (daar komt het preekproces in beeld).
Beute realiseert zich dat een predikant niet zomaar te vergelijken is met Paulus. Paulus is apostel, ooggetuige, een van de twaalf. Met een (tamelijk onkritisch) beroep op de Britse nieuwtestamenticus N. T. Wright en de Amerikaanse theoloog Kevin Vanhoozer verkent Beute het beeld van drama. Na Pasen en Pinksteren bevinden wij ons samen met Paulus in een toneelstuk, waarvan de Heilige Geest de regisseur is. Alleen: Paulus zat in een eerdere akte dan wij. Hij kan geen blauwdruk zijn, we moeten hem niet imiteren. Hij is wel een groendruk, wij improviseren op hetzelfde thema als hij. Op deze manier zoekt Beute een weg om Paulus als normerend voorbeeld te nemen. Dat levert een rijke oogst aan diepzinnige en werkbare gedachten op.
Beute schreef een mooi boek: helder, beknopt, inhoudsrijk. Als prediker ben ik erdoor getroost en opgescherpt. Maar ook voor kerkenraden is dit boek van belang. Zij kunnen eruit leren hoe je omgaat met de persoon van de predikant, met alle mogelijkheden en zwakheden die hij in zich heeft. Het helpt enorm als we samen zien dat predikers medewerkers zijn in Gods grote zendingswerk in deze wereld. Dat brengt de juiste spanning en de juiste ontspanning.
Boekgegevens
Wie ben ik als ik preek? Bronnen en herbronning van het homiletische zelfbeeld, Marinus Beute; uitg. Boekencentrum, Zoetermeer, 2016; ISBN 978 90 2397 103 0; 224 blz.; € 19,90.