Smalle doorrekening vertelt het halve verhaal
Jammer dat de doorrekening van partijprogramma’s beperkt blijft tot economische effecten, betoogt drs. Gerrit de Jong. Zo blijven bijvoorbeeld sociale effecten onderbelicht.
Politieke partijen laten hun programma’s doorrekenen door het Centraal Planbureau (CPB) en, in mindere mate, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Sommige partijen doen dat uit roeping. Andere partijen durven dan als lid van de kudde niet achter te blijven. Maar het genoegen dat partijen en hun kiezers eraan beleven, is twijfelachtig.
Bij het doorlezen van de doorrekeningen van de partijprogramma’s vallen drie dingen op. In de eerste plaats hoe er wordt omgegaan met de aanwending van meevallers. In het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw beleefde Zweden een huizencrisis met een daaropvolgende bankencrisis die haar weerga niet kende. Maar de Zweden leerden hun lesje. Om overeind te kunnen blijven in een volgende crisis legden zij een buffer aan in hun overheidsfinanciën. Bij het begin van de crisis in 2008 had Zweden een buffer van meer dan 3 procent van het binnenlands product. Toen de crisis kwam, kon Zweden de financiële teugel laten vieren en hoefde het land als enige niet te bezuinigen.
Nederland was in 2008 erg trots dat het een piepklein financieel overschot had. Maar toen de crisis toesloeg, verdween dat buffertje als sneeuw voor de zon. Bij de tweede crisis was het bezuinigen geblazen. Kapotbezuinigen, zeiden de mensen die zich links noemen. Momenteel trekt de economie snel aan en je mag dus verwachten dat er buffers worden aangelegd om bij de volgende neergang niet weer te hoeven kapotbezuinigen.
Maar wat blijkt uit de berekeningen van het Centraal Planbureau? Alle partijen willen meer gaan uitgeven dan er binnenkomt en potverteren de meevallers in plaats van buffers aan te leggen. Dus wee de partijen die over een paar jaar in de volgende economische neergang huilen over kapotbezuinigen: ze zitten dan op de blaren die ze nu aankweken.
Dubbel dividend
In de tweede plaats is er de aanwending van milieuheffingen voor het verlichten van de lasten op arbeid. Onder economen staat dit beleid bekend als het incasseren van het dubbele dividend. Topeconoom Lans Bovenberg heeft in de jaren 90 van de vorige eeuw, toen hij bij het Centraal Planbureau werkte, dit idee ontwikkeld en meteen ook afgeschoten. Het idee is simpel: het milieu wordt gespaard door hogere heffingen en arbeid wordt goedkoper door lagere lasten. Het is echter te mooi om waar te zijn. De milieuheffingen worden uiteindelijk door de consument betaald en de opbrengsten zijn onvoldoende om de werknemers te compenseren. Mensen met een uitkering staan helemaal in de kou.
Je zou dus verwachten dat het Centraal Planbureau uitgebreid op het sprookje van het dubbele dividend zou ingaan. Niets is minder waar. Het begrip dubbel dividend komt in de stukken niet eens voor. Eén zin wijdt het Centraal Planbureau aan dit vraagstuk: „De verschuiving van directe belastingen op arbeid naar indirecte belastingen op milieu is dusdanig groot dat de effecten op lonen met meer dan de gebruikelijke onzekerheid zijn omgeven.” Het Centraal Planbureau neemt een duik, en GroenLinks, dat op deze manier 27 miljard euro wil verschuiven, komt met de schrik vrij.
Programma-effecten
Dan zijn er, in de derde plaats, de programma-effecten. De structuur van de economie verandert, vieze bedrijven verdwijnen en er ontstaat een andere verdeling van de lusten en de lasten, de vervuilers betalen. Het Centraal Planbureau deelt mee dat het „is gestopt met de rapportage van de zogenoemde programma-effecten.” Dat is een gevoelig verlies, vooral voor de kiezer die benieuwd is naar wat hem te wachten staat. GroenLinks springt eruit vanwege de omvang van de voorgestelde beleidswijzigingen en leent zich er dus goed voor om dit te illustreren. Zo gaat de levering van duurzame energie bij GroenLinks gepaard met een 8 miljard euro hogere energierekening. Maar hoe dit uitpakt in een maandelijkse verhoging van de energierekening voor de gemiddelde burger wordt niet vermeld. De aanschafbelasting op auto’s gaat met meer dan 1 miljard euro omhoog. De kosten voor woon-werkverkeer per auto zijn niet langer vrij van inkomstenbelasting, leaserijders betalen zelf hun benzine, er komt een kilometerheffing voor personenauto’s van 3,1 cent en in de spits komt daar nog 15 cent per kilometer bovenop. Autorijden wordt een luxe. De melkveestapel wordt ingekrompen met 30 procent zonder vergoeding voor de veehouder. Wat voor programma-effect zou hierbij kunnen horen?
Het platteland ontvolkt verder. Mensen gaan dichter bij hun werk wonen in de grote woonkernen. Boeren verkopen hun koeien voor de slacht en leveren hun onverkoopbare weiland in bij de natuurbescherming. Of het milieu en het klimaat er echt bij gebaat zijn, weet het Planbureau voor de Leefomgeving niet zeker: „Als het verdwijnen van veehouderijbedrijven uit Nederland betekent dat de melk- en vleesproductie elders toeneemt, zal dit leiden tot zogeheten ”carbon leakage”: op mondiale schaal nemen de emissies dan niet af. Indien de productie elders minder efficiënt is, kan er ook sprake zijn van emissietoename.”
Maar het fraaiste programma-effect van GroenLinks levert het verbod op christelijk onderwijs met ingang van het cursusjaar 2021-2022. Als minister-president Klaver op de nieuwe nationale feestdag Ketikoti zijn kabinet presenteert van GroenLinks, PvdA, D66 en SP, dan zou het zo maar kunnen dat al het christelijk onderwijs komende september in een sterfhuisconstructie wordt ondergebracht. De plaatselijke reformatorische school, het Hoornbeeck College, de Vrije Universiteit in Amsterdam; ze mogen geen nieuwe leerlingen/studenten meer aannemen en worden, nadat de Grondwet is aangepast, op 1 september 2021 definitief gesloten. Christelijk onderwijs mag, maar dan na schooltijd en op kosten van de ouders. De zondagsschool komt weer terug.
Het doorrekenen van de verkiezingsprogramma’s door de planbureaus disciplineert de politieke partijen. Beleidsvoornemens moeten in concrete maatregelen worden uitgelegd en kunnen worden doorgerekend op hun bestedingseffecten. Maar de programma-effecten worden node gemist. Geen lege dop derhalve, maar een half eitje.
De auteur is econoom. Tot 2012 was hij lid van de Algemene Rekenkamer.