Chinese economie moet met 6,5 procent groeien
De Chinese economie moet in 2017 met 6,5 procent groeien. Dat doel heeft premier Li Keqiang gesteld, voorafgaand aan de start van het Chinese Nationale Volkscongres.
De op een na grootste economie ter wereld groeide afgelopen jaar nog met 6,7 procent en het jaar daarvoor met 6,9 procent. De groei van 2016 was de laagste sinds 1990. De verwachte stap terug dit jaar zal niet de laatste zijn. Economen verwachten dat de Chinese economie de komende jaren verder afkoelt.
Vorig jaar werd het groeidoel van 6,5 tot 7 procent gehaald met dank aan recordleningen van banken, een enorme groei op de huizenmarkt en miljarden aan overheidsinvesteringen.
Nu de huizenmarkt wat afkoelt en China de hand wat meer op de knip houdt moet de groei vooral komen van consumentenbestedingen en private investeringen. Om dat te stimuleren mikt de overheid op elf miljoen nieuwe banen in de stedelijke gebieden. Dat is een hoger doel dan vorig jaar.
China is bezig om te schakelen van een industriële economie naar een diensteneconomie. Daarvoor moeten veel fabrieken dicht, bijvoorbeeld in de staalindustrie, om de overcapaciteit te verkleinen. Li laat weten dat het land wil verdergaan met deze hervormingen. Verder zal het land haar proactief fiscaal beleid en voorzichtig monetair beleid aanhouden.
Tijdens het Volkscongres dat zondag start en tien dagen duurt, komen meer dan 3000 parlementariërs bijeen in Peking.