Opinie

Niemand gebaat bij blijvend getouwtrek over tijdelijke regels kinderpardon

In één kabinetsperiode ergens voor én tegen zijn; in de politiek is dat een vreemde, ongebruikelijke combinatie. De PvdA speelde het de afgelopen jaren voor elkaar, en wel rond het zogeheten kinderpardon. Deze regeling voorziet in de mogelijkheid om uitgeprocedeerde asielkinderen en hun ouders toch in aanmerking te laten komen voor een verblijfsvergunning wanneer zij al zo lang in ons land verblijven dat ze er geworteld zijn.

Hoofdredactioneel commentaar
1 March 2017 10:26Gewijzigd op 16 November 2020 09:54
beeld ANP, Martijn Beekman
beeld ANP, Martijn Beekman

Te streng, zo vonden ChristenUnie, SP, D66 en GroenLinks de afgelopen jaren de door toenmalig staatssecretaris Teeven ontworpen regeling. Omdat de PvdA het liet afweten, haalden hun pogingen om deze te versoepelen echter nooit een meerderheid.

Met de eindstreep van het kabinet in zicht ging de PvdA-Tweede Kamerfractie een week geleden om. Ja, de bij de formatie van dit kabinet afgesproken regeling moet toch op de schop.

Ongeloofwaardig, die ommezwaai? In zekere zin wel, maar wel met de kanttekening dat ook bij de omgang van diverse andere partijen met pardonregelingen vraagtekens te plaatsen zijn. In 2003 stemde D66, net zoals de PvdA in 2012, tijdens de kabinetsformatie in met een beperkte pardonregeling. Pas toen het kabinet-Balkenende II demissionair was, hielp de partij een motie van toenmalig PvdA-leider Bos over een generaal pardon aan een meerderheid. Bij de formatie inschikkelijk zijn en later alsnog het volle pond eisen; het lijkt een terugkerend euvel te zijn.

Komt het pardon tijdens de formatie op tafel, zoals in 2006 en 2012 gebeurde, dan kiezen partijen het liefst voor een regeling. Bij het ontwerpen daarvan is de rol van de Tweede Kamer doorgaans minimaal. Ook dat geeft problemen, want zodra duidelijk is hoe de regeling uitpakt, halen Kamerleden alsnog alles uit de kast voor een aanpassing. Zie de strijd die vorige week ontbrandde over het zogeheten buitenschuldcriterium: hoe moet een vluchteling aantonen dat het hem niet aan te rekenen valt dat hij na alle procedures te hebben doorlopen nog steeds met zijn gezin in Nederland verblijft?

Hij moet bewijzen dat hij actief heeft meegewerkt aan een terugkeer, zeggen de huidige regels. Nee, bepleiten de voorstanders van versoepeling, het is genoeg als hij aannemelijk kan maken dat hij voor terugkeer beschikbaar was. Wie bijvoorbeeld door een reeks verhuizingen onvindbaar was voor de Immigratie- en Naturalisatiedienst, maar wel in beeld was bij een school of gemeentelijke instelling zou dan toch aan de regels voldoen.

Het volgende kabinet moet maar proberen deze asielcontroverse te beslechten, verzuchtte staatssecretaris Dijkhoff maandag. Inderdaad, maar bij het bedenken van weer een nieuwe regeling is niemand gebaat. Nodig is dat alle betrokken partijen hun wensen op tafel leggen en werk maken van een heldere en eenduidige wet die vluchtelingen langer dan één kabinetsperiode rechtszekerheid biedt.

In een versplinterd partijpolitiek landschap is dat echter een vrijwel onmogelijke opgave. Blijvend getouwtrek over tijdelijke pardonregelingen lijkt kortom het sombere, maar wel meest realistische toekomstperspectief.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer