Gelderse Vallei maakt zich sterk voor de boer
Toeleveranciers, banken, gemeenten, belangenorganisaties en onderzoeksinstellingen in de Gelderse Vallei zijn gebaat bij een sterke agrarische sector. Dat onderstrepen ze in het Manifest van Salentein, dat woensdag op een boerderij in Lunteren werd gepresenteerd.
Boeren moeten kunnen blijven boeren, vinden onder meer veevoerbedrijven en Wageningen University & Research. Organisaties uit de hele keten beloven dat ze zich in zullen spannen voor een duurzame toekomst van de landbouw in FoodValley, zoals de regio zichzelf aanduidt. Het manifest vloeit voort uit een conferentie die vorige week op Landgoed Salentein in Nijkerk werd gehouden – vandaar de naam ervan. Onderwerp van die conferentie was de versterking van het ondernemerschap van agrariërs in het gebied.
Onderkend wordt dat veel boeren cruciale keuzes moeten maken. Ga ik investeren in de toekomst van mijn bedrijf, en op welke markt richt ik mij? Of ga ik stoppen en hoe doe ik dat dan?
Tegelijk staat het ondernemerschap onder druk. De landbouw valt binnen ”agro en food” –het geheel van bedrijven en instellingen die zich met landbouw en voeding bezighouden– vaak op als de schakel met een laag rendement op eigen vermogen en arbeid bij onevenredig grote risico’s. „Dat laat weinig ruimte om te ondernemen, laat staan te kiezen”, aldus het manifest.
Voor een duurzame toekomst van de boerenbedrijven moet er volgens de ondertekenaars wel wat gebeuren. Het besef leeft dat de hele keten ermee gemoeid is. Die heeft geen levensvatbaarheid zonder de landbouw. Alle ketenpartners zijn dan ook gebaat bij gezonde verdienmodellen voor de agrarische ondernemingen. Als de primaire sector –de boerenbedrijven– wegvalt, komt ook de kennisontwikkeling op losse schroeven te staan en loopt uiteindelijk de positie van FoodValley gevaar.
„De agrariër beslist over zijn toekomst, niet de overheid, de voerbedrijven of andere partijen. Inzicht in persoonlijke drijfveren en in de echte ruimte om te ondernemen zijn daarvoor noodzakelijk, maar niet altijd aanwezig”, zo werd in Nijkerk geconcludeerd. De deelnemers aan de conferentie verklaarden zich daarom bereid „mee te helpen aan een succesvol ondernemersklimaat voor agrarische bedrijven door innovatief ondernemerschap te stimuleren, netwerken op te bouwen en open te stellen en zorg te dragen voor overdracht van kennis en kunde.”
Hoe zien de ondertekenaars dat concreet voor zich? Het manifest maakt gewag van begeleidingstrajecten voor agrariërs, cursussen, een betere verbinding tussen boer en burger (bijvoorbeeld door een nieuwe rol van de agrariër als energieproducent voor zijn buren) en integrale bedrijfsscans bij het zoeken naar een passende toekomstvisie.
Voor boeren is het belangrijk dat ze duidelijkheid hebben over de mogelijkheden om hun bedrijven te ontwikkelen. Een snelle besluitvorming door overheden en heldere regels kunnen daaraan bijdragen. Ook wordt gedacht aan een instrument als vrijwillige kavelruil en aan de inzet van zogeheten gebiedsregisseurs die bedrijfsbeëindigers en belangstellenden die de bewuste boerderijen mogelijk willen overnemen, aan elkaar te koppelen.