„En het bloed van Jezus Christus, Zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde.”

De Heilige Geest spreekt op veel plaatsen dat Christus’ lijden een volkomen betaling is voor onze zonden. Het bloed van Christus reinigt ons van alle zonden (1 Johannes 1). Christus is de Verzoener van de zonden van de ganse wereld (1 Johannes 2). Hij verlost ons van al onze boosheid (Titus 2). De Heilige Geest spreekt ook menigmaal dat Christus betaalt voor onze zonden (Romeinen 4, Galaten 1 etc.).

Hieruit kan men aldus besluiten: wanneer overspel, dieverij, hoererij of dergelijke dingen gebeuren na de doop: er is geen zonde of Christus’ lijden is er een volkomen verzoening voor, even volkomen alsof zij voor de doop gedaan waren. Want de Schrift spreekt duidelijk: voor alle zonde en: voor de zonde. De Schrift maakt geen onderscheid tussen erfzonde en dadelijke zonde, tussen zonde voor de doop en na de doop.

Dit onderscheid is lang na de dood van de apostelen door mensen uitgevonden, die verblind door de overtuiging dat men zelf ook iets moet betalen, de dwaasheid begingen dat zij de voortreffelijke verdiensten van Christus begonnen te verduisteren. Let er echter op dat Christus de apostelen heeft opgedragen de mensen vergeving te verkondigen op grond van Zijn dood (Lukas 24; Johannes 10), zo vaak als ze zich oprecht bekeren (Lukas 17; Mattheüs 18). Jezus leerde daarom ons te bidden: „O Vader, vergeef ons onze zonden.”

Anastasius Veluanus, pastoor in Garderen

(”Der leken wechwijser”, 1554)