Hij noemde twee oorzaken: de aanhoudende maatschappelijke druk om subsidies aan boeren te verlagen en het komende vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. „Dat land is een nettobetaler. De brexit heeft grote gevolgen voor de begroting van de Europese Unie”, zei Van Dalen.

Ooit was 70 procent van de EU-begroting bestemd voor het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). In de lopende GLB-periode (2014-2020) is dat zo’n 40 procent, wat neerkomt op een bedrag van totaal ruim 252 miljard euro. Een klein deel daarvan –ruim 4,5 miljard euro– vloeit naar Nederland. De Nederlandse boeren ontvangen samen jaarlijks zo’n 800 miljoen euro aan zogeheten directe betalingen, waarvan 30 procent onder de voorwaarde dat ze vergroeningsmaatregelen nemen.

Het GLB gaat na 2020 weer op de schop. Eurocommissaris Hogan (Landbouw) is juist deze maand gestart met een zogeheten consultatieronde. Iedereen kan via een daarvoor in het leven geroepen website zijn wensen indienen. Van Dalen riep de CGMV-boeren op daar vooral gebruik van te maken. „De milieubeweging doet het ook.”

Het GLB wil de Europese bevolking van voldoende betaalbaar en veilig voedsel voorzien en tegelijk de boeren een redelijk inkomen bezorgen. Ook ontwikkeling van het platteland en zorg voor het milieu zijn doelen van het GLB.