Positie dove in reformatorische kring voldoende gewaarborgd
Doven in de achterban van Stichting Dovenzorg Gereformeerde Gemeenten ervaren hun plek in de kerk positief, schrijft B. Agteresch.
In het artikel ”Dove verdient volwaardige positie in kerk” (RD 8-2) beschrijft Gerrit Krooneman de in zijn ogen achtergestelde positie van doven in kerk en samenleving. Volgens hem is in de kerk nog een wereld te winnen als het gaat over de positie van de dove medemens. Terecht schetst hij het erfgoed van de Reformatie en Nadere Reformatie als een luister- en leescultuur. En juist daarmee heeft de dove grote moeite. De oorzaak daarvan zoekt Krooneman in de eigen grammatica (Nederlandse gebarentaal) en het onvermogen in abstracties te denken. Een tolk zou die kloof niet kunnen overbruggen.
Onze ervaringen zijn toch wat positiever. Onze Stichting Dovenzorg van de Gereformeerde Gemeenten, voor doven en zwaar slechthorenden uit de rechterflank van de gereformeerde gezindte, krijgt veel waardering en steun van kerkenraden uit vijf kerkverbanden. Kerkmuren vallen, ook vanwege de lotsverbondenheid, gelukkig weg. Binnen onze achterban zijn veel doven die goed weten wat de noodzaak van waarachtige bekering inhoudt en hoe de Heere dat in een mensenziel uitwerkt. Deze (bevindelijke) kennis komt hen niet zomaar aanwaaien.
Dovendienst
Voorop staat dat bekering voor horenden en doven het werk is van de Heilige Geest. Die Geest werkt wel middellijk. Vanuit onze stichting proberen we daar zo veel mogelijk aan te werken. Al meer dan vijftig jaar worden op verschillende plaatsen tweewekelijkse dovendiensten belegd. Ook wordt drie keer per jaar een dovenweekend georganiseerd. Op zondag komen dan zo’n dertig doven met de plaatselijke gemeente in een dovendienst bijeen. Voorheen moesten de doven het dan uitsluitend hebben van de duidelijke articulatie en de ondersteunende gebaren. Omdat de laatste jaren ook jongere doven deelnemen, die minder articulatieoefeningen kregen en meer ervaring hebben met totale communicatie, komt de laatste jaren een tolk mee. Een deel van de doven maakt dankbaar gebruik van de tolk, terwijl de oudere doven doorgaans kunnen volstaan met de ondersteunende gebaren van de predikant.
Tijdens de preekbespreking wordt duidelijk wat de doven van de preken hebben opgestoken. Sommigen begrijpen maar weinig van de preek. Vaak ligt dat aan hun eigen denkvermogen. Verrassend is echter hoeveel anderen hebben opgepikt en wat de preek met hen doet.
Verder worden voor dove kinderen op verschillende plaatsen maandelijks bijeenkomsten georganiseerd en krijgen jongeren aangepaste catechisatie en belijdeniscatechisatie. Op catechisatie wordt gebruikgemaakt van soloapparatuur en binnen afzienbare tijd kunnen jonge doven gebruik maken van een tablet. Het voordeel is dat het besprokene in tekstvorm –op de tablet– nog eens rustig nagelezen kan worden.
Bijbelse gebaren
Gelukkig zijn er steeds meer doventolken uit eigen kring. Ze kennen de Bijbeltaal en de tale Kanaäns, zodat onbegrijpelijke woorden op de juiste wijze worden uitgebeeld (met bezemen keren is vegen, bijvoorbeeld). Een toenemend aantal doven kan ’s zondags in de eigen gemeente met behulp van een tolk of het programma ”Van spraak naar tekst” de preek op een tablet volgen. Zodoende zijn er in de toekomst minder dovendiensten op zaterdag.
Van negatieve ervaringen is bij ons veel minder sprake. De termen ”doofstom” en ”gehoorgestoord” worden bij ons niet vernomen. Wel blijft het voor doven moeilijk in eigen gemeente deel te nemen aan het verenigingswerk.
Daar zijn gunstige uitzonderingen op. In sommige gemeenten proberen met vrouwenverenigingen op een creatieve manier doven bij het verenigingswerk te betrekken.
Een belangrijk hulpmiddel om het contact met doven te verbeteren, is het leren van een aantal gebaren. Romeinen 10 vers 17 („Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods”) blijft ook gelden voor doven, zij het dat de auditieve component wordt ingewisseld voor de visuele.
Voor ambtsdragers met doven in de gemeente is het zeer aan te bevelen de Bijbelse gebaren van onze stichting te raadplegen en zich een aantal gebaren eigen te maken.
De auteur is secretaris van Stichting Dovenzorg van de Gereformeerde Gemeenten.