Cultuur & boeken

Johannes Thysius (1622-1653) verzamelde een complete bibliotheek

Op de Leidse Rapenburg staat de Bibliotheca Thysiana met daarin de boekenschat verzameld door Johannes Thysius, en aangevuld met latere aanwinsten. Het is de bekendste en mooiste Nederlandse geleerdenbibliotheek uit de zeventiende eeuw.

dr. H. Florijn
13 February 2017 15:07Gewijzigd op 16 November 2020 09:48
Portret van Johannes Thysius, na zijn dood geschilderd door Jan de Vos IV (1658). beeld Wikimedia
Portret van Johannes Thysius, na zijn dood geschilderd door Jan de Vos IV (1658). beeld Wikimedia

Ongeveer zes jaar is Johannes Thijs oud als hij op 1 januari 1629 een briefje schrijft aan zijn oudoom Antonius Thysius, hoogleraar theologie aan de Universiteit van Leiden. Hij bedankt daarin zijn „seer lieve wel beminde oom” voor een koek en ook voor de welgemeende vermaningen.

Zeker is dat bedankje op zijn plaats voor wat de vermaningen betreft, want de contraremonstrantse Antonius, ooit een afgevaardigde naar de Dordtse synode van 1618-1619, staat erom bekend dat hij goede raad verschaffen kan. Minder dankbaar is de jeugdige Thysius echter voor de versnapering. Natuurlijk, hij waardeert die, maar toch hoopt hij dat zijn familielid hem het jaar daarop zal „vereeren met een goede boeck in plaets van een koeck.”

De liefde voor geschriften zit er bij de kleine Johannes Thijs dus al vroeg in. En die zal hem bijblijven tot de dag van zijn dood. Het blijkt uit een proefschrift, geschreven door Esther Mourits onder de titel ”Een kamer gevuld met de mooiste boeken”.

Bibliomaan

Ja, een boek is andere koek. Met ware hartstocht verzamelt Johannes Thysius (1622-1653) werken gedurende zijn betrekkelijk korte leven, en door erfenissen is het geldelijke vermogen waarover hij beschikken kan zodanig dat hij niet op een dubbeltje hoeft te kijken. Als schooljongen, als student in zijn woonplaats Leiden (waar hij op 13-jarige leeftijd wordt ingeschreven), tijdens de buitenlandse studiereis –de Grand Tour, die hij vanaf 1646 maakt en die als passend geacht wordt voor iemand met zijn middelen– en weer terug in Leiden, overal jaagt hij op geschriften.

We kunnen hem dan ook gerust beschouwen als een echte bibliomaan, een boekenliefhebber dus, die juist het verzamelen als doel heeft, en in veel mindere mate het lezen en het bestuderen. Daarin is Johannes in de zeventiende eeuw overigens niet uniek. Wel is hij dat door een bepaling in zijn testament. Want hij laat zijn omvangrijke bibliotheek na aan de wetenschap, met als gevolg dat enkele jaren na zijn overlijden de eerste door een privéverzamelaar gestichte publieke bibliotheek in de Nederlanden kan worden geopend.

Een bibliotheek die nog steeds bestaat en die gehuisvest is in Leiden, op Rapenburg 25. Een bibliotheek ook, als het ware gebouwd om en voor de boeken. Esther Mourits wordt bijna lyrisch als ze erover schrijft: „Wie de Bibliotheca Thysiana binnenkomt, de serene sfeer in zich opneemt, de sobere, functionele inrichting van de ruimte ziet en de lange rijen boeken in het Latijn, krijgt het gevoel zich te bevinden in de bibliotheek van een geleerde.”

Er is een sfeer van verstilling. Mourits: „Er is nauwelijks plaats voor frivoliteiten zoals decoraties, niet voor vermaak in de vorm van romans of lichte lectuur. Hier is kennis opgeslagen en toegankelijk gemaakt: kennis van de fysieke wereld, van de bedoeling van God met de wereld en de manier waarop mensen zich tot de wereld en tot elkaar verhouden.”

Handleidingen

Ingebonden in leren of perkamenten banden worden veel Latijnse geschriften bewaard, maar er zijn er eveneens in het Frans, in het Grieks, natuurlijk in het Nederlands en zelfs een werk in het Chinees. Of Thysius veel leesplezier heeft beleefd aan dit laatste boek, betwijfel ik, maar het is een kleine aanwijzing dat hij niet alleen voor zijn eigen genoegen zo veel aanschaft.

Want uit het proefschrift van Mourits blijkt overtuigend dat hij zijn boekenschat niet alleen voor zichzelf bestemt, maar dat hij mede het nut van studenten op het oog heeft. Ook dat hij om een zo verantwoorde en evenwichtig samengestelde boekenrij te krijgen, gebruikmaakt van handleidingen. Zo volgt hij wat betreft de geschiedkundige werken de gepubliceerde adviezen van Gerardus Vossius op om te komen tot wat deze grote zeventiende-eeuwse geleerde beschouwt als een goed gesorteerde historische bibliotheek. En bij de aankoop van werken op het terrein van de medische wetenschap en de rechten gaat hij al evenmin willekeurig te werk.

Contraremonstrant

Kan dit ook gezegd worden met betrekking tot de godgeleerdheid? Met uitzondering van een paragraaf over de kerkgeschiedenis laat Mourits daar haar licht niet over schijnen. Hoewel het niets afdoet aan de waarde van haar proefschrift, omdat alles wat ze wel behandelt een afdoend beeld schetst, vind ik het persoonlijk jammer.

Want theologie is voor deze Thysius wel degelijk belangrijk geweest. Deels komt dit door zijn opvoeding in het huis van de Leidse hoogleraar Hebreeuws en theologie Constantijn L ’Empereur, terwijl de eerdergenoemde Antonius Thysius hem toch ook wijze raad verstrekt. Vandaar dat het niet bevreemdt dat Thysius verschillende Bijbeluitgaven koopt, dat hij bij zijn Grand Tour de uitleg van de Heidelbergse Catechismus door Zacharias Ursinus aanschaft.

Eerder is hij al eigenaar geworden van een partij boeken met daaronder de werken van Calvijn in het Frans, ingebonden in acht zware foliobanden. Hij laat de verzamelde geschriften van Luther kopen en bezit uitgaven van de hagenprediker en latere hoogleraar Franciscus Junius, maar toch ook die van de zestiende-eeuwse dwaalgeest David Joris. Blijkbaar wil hij op theologisch terrein eveneens verschillende stemmen laten horen. Toch lijkt hijzelf zo op het eerste gezicht het meest sympathie voor de contraremonstrantse richting in de Nederlandse kerk te hebben.

Monument

In de eerste week van oktober 1653 overlijdt Johannes Thysius. Hij heeft naam gemaakt, niet met zijn promotie tot doctor in de rechten, niet door een publicatie (zijn dissertatie is onvindbaar), zelfs niet door zijn verzamelwoede, hoewel die heeft bijgedragen aan zijn bekendheid. Het is de royale schenking van zijn bibliotheek tot nut van studerenden waarmee hij als het ware een monument heeft opgericht. Esther Mourits beschrijft het op wetenschappelijk verantwoorde wijze; haar tekst is een genoegen om te lezen, de vele illustraties een genot om te bekijken.

Boekgegevens

”Een kamer gevuld met de mooiste boeken. De bibliotheek van Johannes Thysius (1622-1653)”, Esther Mourits; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2016; ISBN 978 94 600 4306 2; 336 blz.; € 29,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer