Alexander Pechtold: Christenen, zet je tenen niet zo ver naar voren
Bij veel christenen staat hij te boek als een seculiere drammer, maar op SGP-jongerenbijeenkomsten ervaart D66-lijsttrekker Pechtold wellevendheid en respect. „Ik verzucht weleens: Christenen, zet je tenen niet zo ver naar voren. Dan probeer ik er niet onnodig op te staan.”
In de peilingen voor de Kamerverkiezingen duelleert Pechtold met Buma (CDA) en Klaver (GroenLinks) om de derde plaats, achter PVV en VVD. Hoe de stembusstrijd gaat eindigen, is onzeker, erkent hij, maar zijn inzet is glashelder: D66 moet in het kabinet.
Daar komt het ook wel van, verwacht de D66-leider. „Ik zeg niet: Zonder ons erbij wordt het lastig. Dat zou getuigen van overmoed, maar de vooruitzichten zijn goed.”
Sommigen zeggen: VVD, PvdA, CDA, D66 en GroenLinks; allemaal één pot nat.
„Ik hoor die geluiden ook. We roepen die als partijen een beetje over onszelf af doordat we in de campagne nog maar weinig inhoudelijke thema’s aan de orde hebben gesteld. Vragen over onze identiteit lijken op dit moment wel het enige thema. Wie zijn we en waar gaan we naartoe? Ik vind het best, maar we sluiten straks natuurlijk geen coalitieakkoord over onze nationale gevoelens. En trouwens, het is helemaal niet best, want voor 15 maart wil ik ook nog wel wat concrete onderwerpen bij de kop pakken. Bijvoorbeeld onderwijs of lastenverlaging, of de voltooidlevenwet.”
Wat wordt uw boodschap over de voorgestelde stervenswet?
„Dat wij ons sterk zullen maken voor de invoering daarvan, voor de zorgvuldige invoering. Onlangs overleed iemand in mijn omgeving als gevolg van euthanasie. Ze had een hersentumor en toen ik haar bezocht zei ze: Ik ga hard achteruit, maar ik wil graag sterven mét mijn herinneringen. Niet wanneer ik zover ben afgetakeld dat ik niets meer kan terughalen en niets meer weet. Zo’n wens is voor mij volkomen invoelbaar. Met elkaar regelen dat mensen die zo willen sterven daar ook de ruimte voor krijgen; dat vind ik mooi.”
Maar de stervenswet gaat over mensen zonder serieuze medische kwaal.
„Zeker, en dus zullen we bij de invoering ervan nog zorgvuldiger te werk moeten gaan dan we destijds bij de invoering van de basiseuthanasiewet al hebben gedaan.”
In het wetsvoorstel van uw fractiegenote Dijkstra staat dat iemand ten minste 75 moet zijn om een stervensverzoek ingewilligd te krijgen. U noemt in uw boek ”Optimist in de politiek” de leeftijd van 80 jaar als minimumgrens. Wat is het nu?
„Laat ik heel eerlijk zijn, ook met het oog op de toekomst: een leeftijdscriterium is altijd arbitrair. Of we altijd zo’n ondergrens nodig zullen hebben om tot een zorgvuldige afweging te komen, weet ik niet. Ik kan me voorstellen dat we hem op enig moment laten vervallen. Maar laten we artsen eerst de tijd en de mogelijkheid geven om ervaring op te doen. Om deskundigheid op te bouwen en zorgvuldig te beoordelen wanneer iemands doodswens duurzaam is. Ik hecht eraan dat we voorzichtig beginnen. We moeten niet uitstralen dat we voor iedereen die levensmoe is iets aan het regelen zijn.”
Dus in de stervenswet staat straks een harde leeftijdsgrens?
„Wij zetten daar in elk geval voluit op in.”
Jarenlang golden D66 en SGP als elkaars tegenpolen. Onder Rutte I en Rutte II werkten beide goed samen. Hoe wilt u zich in deze campagne presenteren ten opzichte van de christelijke politiek?
„In elk geval niet als degene die christenen het leven zo zuur mogelijk wil maken. Vrijheid creëren voor iedereen; in het D66-denken is dát de rode draad. Christenen zien het resultaat van onze inspanningen soms met lede ogen aan, dat is waar. Maar ik heb niks tegen dé kerk, of dé christenen. Trouwens, dé christenen, of dé kerken bestaan niet. Wie dat denkt, scheert mensen en organisaties veel te snel over één kam. Ik heb het ook nooit over dé politiek of dé moslims. Daarvoor zie ik binnen al die groepen veel te veel diversiteit.”
Welke diversiteit ziet u binnen de SGP?
„Een verschil in wellevendheid, om maar wat te noemen. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de reacties die ik uit SGP-kring kreeg na de moord op mijn partijgenote oud-minister Borst. Een aantal daarvan was ronduit onsmakelijk. Heel ontroerend daarentegen vond ik de reactie van SGP-leider Van der Staaij. Van hem ontving ik per sms een ongelooflijk inlevende condoleance. Te midden van al die onfrisse geluiden was zijn medeleven voor mij een baken van licht.”
Welke term typeert de huidige verstandhouding tussen SGP en D66 het best?
„Ik weet niet of je daar één stempeltje, één etiket op kunt plakken. Mijn persoonlijke waardering voor Kees van der Staaij is in elk geval gegroeid. Dat komt ook doordat… Nee, wacht, ik begin anders. Vroeger dacht een SGP’er: Een D66’er, dat is iemand die baby’s en bejaarden vermoordt. En bij D66 dachten we: Een SGP’er mag geen tv-kijken, omdat hij gelooft dat het zo in de Bijbel staat. Begrijp me goed, de verschillen zijn nog steeds levensgroot, maar je ziet nu wel over en weer wat bereidheid om zo af en toe eens door die vijandbeelden heen te breken. Zo heeft Van der Staaij mij een paar keer verteld over de adoptie van zijn kinderen. Zomaar, heel spontaan. Daardoor is hij nu voor mij veel meer een mens van vlees en bloed dan Bas van der Vlies dat ooit voor Hans van Mierlo is geweest. Van der Staaijs kinderen zullen niet minder puberaal gedrag vertonen dan de mijne. Nou, dat geeft een band.”
Wanneer sprak u voor het laatst een SGP’er die positief was over een D66-stellingname?
„Bij de laatste Algemene Beschouwingen, toen het ging over de verplichte zondagsopenstelling voor ondernemers. De SGP droeg toen een casus voor van een winkelier die ergens was neergestreken in een winkelcentrum, ik dacht in Groningen. Nog in de tijd dat het aantal koopzondagen was beperkt tot maximaal twaalf per jaar. De man had er indertijd mee ingestemd dat de winkeliersvereniging kon beslissen wat ze ’s zondags zouden doen. Met z’n allen open, of allemaal dicht blijven. Dat werd open, en inmiddels was de koopzondag daar helemaal vrijgegeven, dus het was elk weekend prijs. Toen de ondernemer weigerde elke zondag open te gaan, werd hij door de commerciële vastgoedverhuurder beboet. De SGP was daarover verontwaardigd en tot verrassing van sommige SGP’ers vonden ook wij dat wel een erg rigide middel. Kom op, gun zo’n man gewoon een bepaalde overgangstermijn.”
Met enige regelmaat peilen onderzoekers hoe mensen het vinden als de kerk volledig uit het straatbeeld verdwijnt. Sommigen, ook onkerkelijken, antwoorden dan: Daar heb ik hartzeer van.
„Heel herkenbaar, dat zou ook mijn antwoord zijn. Op uitnodiging van mijn schoonfamilie heb ik vorig jaar de kerstnachtdienst bijgewoond in de protestantse gemeente IJhorst-de Wijk, vlak bij Staphorst. Dat zouden toch weinig mensen in Staphorst zo bedenken, maar Alexander Pechtold van D66 was van de partij.
Of ik meezing met de samenzang op zo’n avond? Hola, nu moet ik uitkijken dat ik niet over de rand van de geloofwaardigheid wordt geduwd. Na negen jaar school met den Bijbel in Rhoon, waar ik opgroeide, zitten de teksten van veel kerstliederen nog wel ergens in mijn hoofd. Maar ik ben niet zo’n zanger, dus alleen met zachte stem meedoen, leek mij het verstandigst. Pianissimo, zeg maar.”
Burgerlijke gemeenten mogen als het aan D66 ligt geen adreswijzigingen van kerkleden meer doorgeven aan de Stichting Interkerkelijke Ledenadministratie, SILA. Waarom eigenlijk niet?
„Onze inzet daarvoor komt natuurlijk niet uit de lucht vallen. Van der Staaij heeft mij weleens gevraagd: Moet alles waar mijn achterban aan hecht nou echt in één keer op de schop? Natuurlijk niet, stap voor stap mag ook.
Die hele SILA-discussie draait erom dat sommige mensen, papieren kerkleden, bewust willen verhuizen zonder hun kerkgemeenschap daarvan in kennis te stellen. Of zonder zich in hun nieuwe woonplaats weer aan te melden bij een kerk. Voor die mensen is het dan raar als er ineens een uitnodiging op de mat ligt om diensten bij te wonen of om financieel bij te dragen aan de kerk. En niet alleen raar, het is ook een tamelijk vergaande inbreuk op hun privacy.
Waarom zou de overheid dat faciliteren? Een bloeiende kerkgemeenschap kan toch zelf voldoende werfkracht aan de dag leggen? Of ligt daar soms de moeilijkheid?
Steeds wanneer die SILA-discussie oplaait, verzucht ik: „Christenen, zet je tenen toch niet zo ver naar voren. Dan zal ik proberen er niet onnodig op te staan.”
En dit wilden RD-lezers van Pechtold weten
Een vraag stellen aan de lijsttrekker van D66? Een twintigtal RD-lezers maakte van die kans gebruik. Voor een deel overlapten hun vragen die van de RD-journalisten, maar niet helemaal. Drie vragen over scholen, belastingen en de Amerikaanse president Trump.
„Wat vindt u van het idee om het openbaar onderwijs af te schaffen en de school terug te geven aan de ouders?” wil ds. J. Holtslag (48) uit Giessenburg weten. Afschaffen gaat D66, aldus Pechtold, te ver. Wel moeten ouders volgens zijn partij de vrijheid hebben om zelf een school voor hun kinderen te kiezen. „Maar dan moeten ze ook écht die keuze krijgen. Wat ons betreft mogen scholen kinderen niet weigeren vanwege hun achtergrond als hun ouders de grondslag ervan respecteren”, aldus de D66-leider. Ouders moeten ook scholen kunnen opstarten van een andere richting dan de klassiek confessionele. „De toegankelijkheid van scholen en de kwaliteit van hun onderwijs staan voor ons voorop.”
De chronisch zieke Henk van Leijen (48) uit Harskamp maakt torenhoge zorgkosten, terwijl zijn vrouw slechts twintig uur kan werken. „Waarom maakt u geen werk van de onevenredig zware belasting van eenverdieners?” wil hij van de D66-leider weten. De 500 euro arbeidsbonus die D66 voorstelt, maakt het volgens hem nog oneerlijker. D66 wil minder belasting voor iedereen, dus ook voor eenverdieners, reageert Pechtold op deze vraag. „Ons voorstel om de belastingtarieven te verlagen, pakt ook voor niet-werkenden gunstig uit. Wel stimuleren we dat ook de minst verdienende partner –helaas nog vaak de vrouw– erop vooruitgaat als deze (meer) gaat werken.” Pechtold benadrukt dat mensen die niet kunnen werken niet opgezadeld moeten worden met te hoge kosten. „Daarom verlagen we voor chronisch zieken de stapeling van eigen bijdragen in de zorg.”
Een derde vraag gaat over de buitenlandse politiek. „Waarom ondersteunt D66 wel een protest tegen een tijdelijk inreisverbod uit een klein aantal landen door de Amerikaanse president Trump, maar horen we niets over de zestien landen die houders van een Israëlisch paspoort structureel de toegang weigeren?” wil W. W. M. Moonen (68) uit Suawoude weten. D66 veroordeelt de praktijk van die zestien, repliceert Pechtold. „In mijn ideale wereld zijn mensen vrij om andere landen te bezoeken, als ze over de juiste papieren beschikken. Om die reden heb ik me uitgesproken tegen het inreisverbod van president Trump. Dat is pure discriminatie. Wie dan zwijgt of wegkijkt, stemt toe. Ik wil geen land of wereld met eerste- en tweederangsmensen.”