Buitenland

Voor rechts Israël is annexatie Westelijke Jordaanoever het doel

De zogeheten reguleringswet die het Israëlische parlement, de Knesset, maandag heeft aangenomen, kan de weg openen naar annexatie van de Westelijke Jordaanoever. De kans is echter groot dat het hooggerechtshof de wet alsnog afkeurt.

Alfred Muller
8 February 2017 14:43Gewijzigd op 16 November 2020 09:46Leestijd 3 minuten
Bouwwerkzaamheden in de Joodse nederzetting Kiryat Arba, op de Westelijke Jordaanoever, bij Hebron. beeld EPA, Abed Al Haslhamoun
Bouwwerkzaamheden in de Joodse nederzetting Kiryat Arba, op de Westelijke Jordaanoever, bij Hebron. beeld EPA, Abed Al Haslhamoun

De wet „legaliseert” met terugwerkende kracht 4000 huizen van Israëliërs die op privégrond van Palestijnen zijn gebouwd. Het gaat om woningen op de Westoever, ook wel Judea en Samaria genoemd.

Officieel spreekt Israël van een „reguleringswet.” De wet beoogt namelijk de status van deze woningen te bepalen. Dat betekent dat ze niet meer op bevel van het hooggerechtshof afgebroken kunnen worden, zoals vorige week gebeurde in Amona. Tegenstanders van de wet spreken echter van de „landroofwet”, of „diefstalwet.”

Geen afstel

De wet houdt officieel geen onteigening in, maar in de praktijk komt het daar wel op neer. De wet bepaalt namelijk dat de Palestijnse eigenaren geen gebruik kunnen maken van hun grond. Ze krijgen een compensatie van 125 procent van de waarde aangeboden. In de praktijk zullen weinigen de vergoeding accepteren om principiële en juridische redenen. De grote betekenis van de wet ligt erin dat de Knesset voor het eerst wetten uitvaardigt over landgebruik op de Westoever. Als de wet blijft bestaan, zal de Knesset verdere stappen zetten om de Westoever te annexeren. Een grote deel van het parlement is tegen de tweestatenoplossing, om nationalistische en religieuze redenen. Voorlopig blijven de Palestijnse enclaves van annexatie uitgezonderd.

Als het hooggerechtshof de wet afwijst, kan de Knesset proberen deze iets te wijzigen en opnieuw goed te keuren. Ook zullen ministers en parlementariërs hun pogingen voortzetten om de bevoegdheden van de rechterlijke macht in te perken. Wat de uiterst rechtse vleugel van Israël betreft geldt: uitstel is geen afstel.

Kenners van het rechtssysteem in Israël achten de kans groot dat het hooggerechtshof de wet zal afkeuren.

Basisprincipes

De hoogste rechtbank stond tot nu toe bouw op land toe dat Joden van Palestijnen hadden gekocht. Ook mochten ze wonen op grond dat Joden voor 1948 bezaten. Alleen het leger kon land confisqueren om veiligheidsredenen. Het hof verbood dus de bouw op particulier land van de Palestijnen.

Het hof zal de wet naar verwachting in strijd achten met de basiswet op „menselijke waardigheid en vrijheid.” Dat is een van de constitutionele wetten. Yuval Shany, hoogleraar internationaal recht aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, verwacht dat het hof zal stellen dat de wet slechts één groep bevoordeelt: de Joodse bewoners. Dat gaat ten koste van een andere groep: de Palestijnse landeigenaren.

Oud-minister van Justitie Meridor van Likud schreef vorige week in Ha’aretz dat de Knesset is gekozen door Israëliërs en voor hen wetten uitvaardigt. De Arabieren op de Westoever mogen niet stemmen voor de Knesset. Die is dus niet bevoegd om voor hen wetten te maken. „Dit zijn de basisprincipes van democratie en de Israëlische wetgeving.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer