Niet alle poliepen ontdekt via onderzoek darmkanker
Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker mist het overgrote deel van de zaagtandvormige poliepen, belangrijke voorlopers van darmkanker. Zo’n 15 tot 30 procent van alle darmtumoren ontstaat uit deze poliepen en niet uit de rodebollepoliepen die wel door het bevolkingsonderzoek worden opgespoord. Over de zaagtandvormige poliepen bestond lange tijd het vermoeden dat ze geen of een zeer bescheiden rol spelen bij het ontstaan van darmkanker. Dat ligt anders, zo blijkt uit onderzoek waarop dr. Joep IJspeert 26 januari promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam. Deze poliepen kunnen wel degelijk uitgroeien tot tumoren en komen vaker voor dan gedacht.
Darmkanker –met 15.000 gevallen per jaar in Nederland een van de meest voorkomende vormen van kanker– heeft een relatief onschuldig voorstadium: kleine paddenstoelvormige zwellingen (poliepen) aan de binnenkant van de darm. Artsen die de dikke darm via de anus met een flexibele camerabuis inspecteren (coloscopie), kunnen die poliepen opsporen en verwijderen. Dat kan darmkanker voorkomen. Bij dit onderzoek gaat de meeste aandacht uit naar adenomen, de poliepen waarvan al jaren bekend is dat ze kanker kunnen veroorzaken. Deze adenomen vallen op door hun rode kleur en bolle vorm. De meeste zaagtandpoliepen hebben echter een onopvallende kleur en vorm. Ze zijn daardoor lastiger te zien.
Ook via het bevolkingsonderzoek darmkanker worden de zaagtandvormige poliepen, zelfs als ze zich al fors hebben ontwikkeld, niet gevonden. Dat komt doordat ze niet bloeden. Een CT-scan voldoet evenmin, omdat de poliepen niet uitstulpen en daardoor voor de CT-scan onzichtbaar blijven.
IJspeert pleit voor meer scholing voor maag-darm-leverartsen en pathologen, zodat zij dit type poliep beter leren herkennen. Daarnaast denkt hij dat het bevolkingsonderzoek verbeterd kan worden, bijvoorbeeld met nieuwe testen die in de ontlasting ook cellen van zaagtandpoliepen kunnen opsporen. beeld Hubrecht Instituut