Ambtenaren mogen niet vliegen met Insel Air
Rijksambtenaren mogen voor dienstreizen niet meer vliegen met de Curaçaose luchtvaartmaatschappij Insel Air. Het kabinet heeft dat besloten, omdat er zorgen zijn over de veiligheid.
Om „ook overige reizigers van de huidige situatie op de hoogte te stellen” heeft het kabinet besloten zijn zorgen hierover naar buiten te brengen, schrijven staatssecretaris Sharon Dijksma (Infrastructuur en Milieu) en minister Ronald Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) vrijdag aan de Kamer.
Het verbod geldt voor vluchten met Insel Air International BV. Deze week moesten op gezag van Aruba al meerdere toestellen van Insel Air aan de grond blijven voor nadere inspectie. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) gaat volgens het kabinet op zeer korte termijn helpen bij de inspecties van de vliegtuigen.
Eerder deze week besloot het Amerikaanse consulaat-generaal op Curaçao al dat zijn medewerkers niet meer met de maatschappij mogen reizen. Aanleiding voor deze stap was volgens nieuwssite Caribisch Netwerk twee recente incidenten op vluchten van Insel Air waarbij de luchtdruk in de cabine wegviel.
Het besluit om vliegtuigen aan de grond te houden heeft „grote consequenties voor de bereikbaarheid” van de eilanden, aldus de bewindslieden. Ze overleggen met de plaatselijke autoriteiten hoe de problemen het beste kunnen worden aangepakt.
Insel Air verkeert in grote financiële problemen. In ruil voor zeggenschap zegde de Curaçaose regering vorige week een lening toe van 17 miljoen euro, aldus Caribisch Netwerk.
De vloot van Insel Air telt achttien vliegtuigen en er werken 750 mensen, aldus de website van het bedrijf. Het biedt dagelijks ongeveer zeventig vluchten aan naar 26 bestemmingen.