Akerboom breekt lans voor diversiteit
Korpschef Erik Akerboom zegt dat een op de vijf nieuwe agenten die bij de nationale politie instromen een migratieachtergrond hebben. Die aanwas is in zijn ogen „nog onvoldoende, maar wel een verdubbeling ten opzichte van twee jaar terug”.
Akerboom heeft speciaal iemand aangesteld om het ‘diversiteitsbeleid’ in daden om te zetten. Hij meent dat de inspanningen daarvoor „voorzichtig vruchten beginnen af te werpen”. En: „Er is nu beweging en die beweging gaan wij versnellen.”
Daarmee reageert de korpschef op een interview van de commissaris in Noord-Nederland, Max Daniel, die vrijdag in de Volkskrant stelde dat de politie meer mensen met een multiculturele achtergrond moet aannemen. Van hen moeten er bovendien meer doorstromen naar de top. Daniel denkt dat een gebrek aan afspiegeling van de samenleving in het korps gevolgen heeft voor het vertrouwen in de politie. Van de mensen in de hoogste politieleiding is de Nederlands-Indische Daniel de enige met een niet-westerse achtergrond.
Korpschef Akerboom zegt zich te herkennen in dat verhaal. „Er is de afgelopen jaren te weinig bereikt als het gaat om het diverser maken van de politie”, vindt hij. „De toenemende polarisatie in de samenleving zie ik ook om mij heen. Dat is een extra reden om echt werk te maken van meer diversiteit binnen het korps.”
Minister Stef Blok (Veiligheid en Justitie) benadrukt dat de politieorganisatie van uitstekende kwaliteit moet zijn, maar hij vindt ook dat het korps qua samenstelling een goede afspiegeling van de huidige samenleving is. Dat streven mag niet vrijblijvend zijn, zei hij vrijdag. Maar hij gelooft er niet in om harde quota eraan te stellen. „Dat roept de dreiging over je af dat je concessies gaat doen op andere gebieden”, zei Blok.
Akerboom noemt een divers samengesteld korps „een operationele noodzaak”. „Je ziet meer, je hoort meer en je begrijpt het beter. Daar worden we een betere politie van”, aldus de korpschef. „Het leidt tevens tot een verandering in de politiecultuur zoals we ook zagen bij de vele vrouwen en zijinstromers die inmiddels in ons korps werken.”