Saoedi’s zetten rem op stijgende olieprijs
De olieprijzen zijn aan het dalen. De hoge prijsniveaus van de afgelopen dagen hebben Saoedi–Arabië ertoe bewogen te verklaren dat de Organisatie van Olie–Exporterende Landen (OPEC) haar olieproductie moet vergroten om een verdere prijsstijging tegen te gaan.
Op de termijnmarkt in New York zakte de prijs van Amerikaanse olie met 1,17 dollar tot 38,76 dollar per vat (159 liter). Eerder werd nog 40 dollar per vat betaald, de hoogste prijs sinds de Golfoorlog van 1991. In Londen deed een vat Brent–olie 35,50 dollar.
De Saoedische minister van Oliezaken, Ali al–Naimi, zei maandag dat om vraag en aanbod in evenwicht te houden de OPEC zijn dagelijkse olieproductie van 23,5 miljoen vaten met ten minste 1,5 miljoen vaten moet vergroten.
De opmerkingen zorgden voor enige ontspanning op de markten. Eerder was de vrees voor nieuwe prijsstijgingen gegroeid. Een aanslag dit weekeinde op een pijpleiding in Irak leidde tot bezorgdheid over een verminderde stroom ruwe olie uit het Midden–Oosten.
De OPEC komt 3 juni bijeen. Begin april besloot het elf landen tellende oliekartel nog zijn productie met 4 procent in te krimpen om prijsdalingen tegen te gaan die zouden ontstaan doordat na de wintermaanden op het noordelijk halfrond de vraag afneemt. Deze beperkingen, samen met de geringe olievoorraden in de Verenigde Staten, de veiligheidssituatie in het Midden–Oosten en een groeiende oliebehoefte in China, hebben de olie duurder gemaakt.
Verscheidene functionarissen hebben de afgelopen tijd gezegd er bezorgd over te zijn dat de hoge olieprijs inflatie aanwakkert en zelfs de groei van de wereldeconomie kan bedreigen. De Amerikaanse regering riep de OPEC al eerder op meer te produceren.