Apple bracht in het eerste kwartaal van zijn gebroken boekjaar 78,3 miljoen iPhones aan de man, voor een gemiddelde prijs van 691 dollar per stuk. Daarmee werden 5 procent meer smartphones verkocht dan een jaar eerder. De verkoop van iPads nam met een vijfde af, terwijl die van de Mac min of meer stabiliseerde.

Apple profiteerde afgelopen maanden van de kerstperiode en de introductie van de iPhone7 vorig najaar. Daarbij namen de verkopen van de smartphone in de VS, Canada, West-Europa, Japan en Australië stevig toe. In China zakte de verkoop echter met 12 procent in.

De totale omzet van Apple lag vorig kwartaal 3 procent hoger dan in de laatste drie maanden van 2015. De nettowinst slonk daarbij met 2,5 procent naar 17,9 miljard dollar.

Voor dit kwartaal wordt een omzet voorzien tussen 51,5 en 53,5 miljard dollar. Die prognose viel analisten wat tegen, zij tekenden in doorsnee 54 miljard dollar aan opbrengsten in voor de huidige periode.

In een toelichting gaf financieel directeur Luca Maestri aan dat de aantrekkende dollar een klein probleem vormt voor Apple, dat bijna twee derde van zijn inkomsten buiten de VS realiseert. Tegelijkertijd is de vraag naar de iPhone wereldwijd zo groot, dat het bedrijf de afgelopen maanden vaak niet genoeg smartphones kon maken. „We hadden er meer kunnen verkopen”, concludeerde Maestri.