Binnenland

Bolkestein, echte liberaal in Commissie

De meest liberale bestuurder uit de ploeg van voorzitter Prodi en een verdediger van de vrije markt: Frits Bolkestein heeft in de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, duidelijk zijn sporen nagelaten.

Buitenlandredactie
7 May 2004 23:07Gewijzigd op 14 November 2020 01:12
Bolkenstein
Bolkenstein

„Bolkestein vertegenwoordigt een helder, liberaal geluid, dat wij hier eigenlijk nog nooit zo stellig hebben gehoord”, zei de eerste woordvoerder van de Commissie enkele jaren geleden al. Maar de thans 71-jarige politicus viel in Europa niet alleen op door zijn voorkeur voor een geliberaliseerde economie. Evenals in Nederland stond hij in Brussel al snel te boek als een belezen wijsgeer, die zijn licht ook graag over andere zaken liet schijnen. Zijn talenkennis etaleerde hij breed, zelfs zo vergaand dat hij ooit Britse woordvoerders van de Europese Commissie betrapte op taalfouten in het Engels.

Als eerste Nederlandse eurocommissaris van liberalen huize werd Bolkestein aanvankelijk met de nodige argwaan ontvangen. De ex-bewindsman (Defensie en Buitenlandse Handel) zou te eurosceptisch zijn. Op uitnodiging van GroenLinks mocht hij zich bij de groene fractie in het Europees Parlement komen verantwoorden. Hij slaagde met glans voor zijn optreden. Hij wist zelfs de vroegere Frans-Duitse studentenleider van de generatie 1968 en huidige europarlementariër voor de groenen, Daniël Cohn-Bendit, voor zich in te nemen. Later kruisten zij de degens in een tweetal debatten.

Bolkestein manifesteerde zich als politicus die ook in Europa over eigen grenzen heenkeek. Veel andere eurocommissarissen beperken zich angstvallig tot hun eigen portefeuille.

Nederland leek vanuit Brussel ver weg voor hem. Alleen de opkomst van het voor de liberaal onverklaarbare fenomeen Pim Fortuyn zorgde ervoor dat hij zich weer actief met de partijpolitiek bemoeide. Nederland zou in zijn ogen een „pleefiguur” slaan met Fortuyn als premier. Het waren woorden die hem uiteindelijk niet in dank werden afgenomen. Bolkestein leek zich daarop schielijk terug te trekken in Europa, hoewel hij van Brussel nooit een echte thuisbasis maakte. De VVD’er, die door Fortuyn was beschuldigd van „vaandelvlucht” richting Europa, bleef een liberaal internationalist, bij wie altijd een Nederlands hart bleef kloppen.

De post van commissaris voor controle op de interne markt was eigenlijk niet het door hem gewenste einde van zijn politieke loopbaan. De man die graag de enige liberale premier van de 20e eeuw was geweest, had in 1999 liever de zwaardere Europese portefeuille van Concurrentiebeleid gekregen. In de Europese tombola rondom benoemingen bij de Commissie ging die positie echter naar de internationaal meer ervaren Italiaan Mario Monti. Bolkestein mocht diens vorige portefeuille overnemen.

De aartsliberaal jaagde in Europa menigeen tegen zich in het harnas. Niet gewend aan meer zuidelijke omgangsvormen, waarbij lange lunches nodig zijn voor het overreden van tegenstanders, bleef Bolkestein soms halsstarrig Nederlands en principieel. Dat leidde er onder meer toe dat hij op twee gevoelige punten, te weten de liberalisering van de posterijen en de versoepeling van de regels voor bedrijfsovernames, stuitte op veto’s van het Europees Parlement. „Als Bolkestein maar eens wat beter een lobby wist op te zetten”, liet zijn Britse collega Patten zich eens ontvallen.

Dat Bolkestein in was voor een Europese post gold destijds als een verrassing. Zelfs mensen uit zijn directe omgeving bekroop het gevoel dat hij de politiek wel had gezien. De ex-Shell-topman riep eind jaren negentig het beeld op van een staatsman in ruste, van een pendelaar tussen de volkstuin van zijn eega, verantwoorde theatervoorstellingen en de tennisbaan.

Nadat hij het leiderschap van de VVD had overgedragen aan Dijkstal, wilde het er bij politieke waarnemers niet in dat Bolkestein nog trek had in een Europees vervolg op zijn volgens vriend en vijand imponerende loopbaan in de Nederlandse politiek. Ondertussen had hij al drie jaar stilletjes op een Europese topfunctie zitten vlassen.

In 1977 was hij in de Tweede Kamer gekomen met het voornemen het toenmalige linkse tij aan het Binnenhof te keren. Hij was 44 jaar en zonder enige politieke ervaring, nadat hij circa twintig jaar als ”olieboer” voor Shell in het buitenland had gewerkt. Zelfs in zijn eigen fractie waren er maar weinigen die de even vormelijke als zelfverzekerde ”Amsterdamse koopman” toen serieus namen.

Dat was ten onrechte. Bolkestein groeide uit tot een op meerdere posten inzetbare bewindsman en tot vice-voorzitter van de fractie. Begin jaren negentig nam hij zelf het heft van zijn partij in handen. Onder zijn leiding groeide de VVD van een diep verdeelde oppositiepartij met slechts 22 kamerzetels uit tot een zelfbewuste regeringspartij.

Zijn Europese gezindheid toonde hij ook als voorzitter van de Liberale Internationale. Het was hem overigens in de jaren negentig al een doorn in het oog dat het internationale aspect van zijn politieke succes in Nederland nogal onderbelicht bleef. Bolkestein bleef op het toppunt van zijn politieke macht toch vooral bekend als de VVD-fractieleider die oppositie bedreef vanuit de regeringsbanken.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer