Opnieuw productieprobleem Philips in VS
Philips heeft het opnieuw aan de stok met de autoriteiten in de Verenigde Staten. Ditmaal gaat het om de productie van defibrillatoren, waar bij inspecties van de keuringsdienst FDA onvolkomenheden aan het licht zijn gekomen. De kwaliteit van de apparaten zelf is niet in het geding.
Het bedrijf is in gesprek met het Amerikaanse ministerie van Justitie, dat optreedt namens de FDA. Hoewel die discussies nog niet zijn afgesloten, gaat Philips er vanuit dat de kwestie „betekenisvolle gevolgen” zal hebben voor de bedrijfsvoering bij het betreffende onderdeel.
De FDA tikte Philips in 2011 ook al op de vingers. Een fabriek in Cleveland waar medische scanners worden gemaakt, ging daarop tijdelijk dicht. De resultaten zouden daar jaren onder lijden. Volgens een woordvoerder verwacht Philips „geen tweede Cleveland”, omdat sindsdien de productieprocessen al aanzienlijk zijn verbeterd.
Topman Frans van Houten zei in een toelichting dat hij geen grote impact voorziet op de resultaten in 2017, ook gezien het beperkte aandeel dat defibrillatoren hebben in de totale omzet. Philips handhaaft ook zijn doelstellingen voor omzetgroei en margeverbetering in de komende drie tot vier jaar.
Philips bracht het nieuws naar buiten bij de presentatie van de vierdekwartaalcijfers. Het bedrijf zag de vergelijkbare verkopen bij zijn kernactiviteiten in de laatste maanden van 2016 met 5 procent oplopen. Inclusief de verzelfstandigde lichtdivisie, die nog altijd kampt met dalende verkopen, rapporteerde het bedrijf een kwartaalomzet van 7,2 miljard euro. Dat betekent een groei op jaarbasis van 3 procent.
De nettowinst kwam uit op 640 miljoen euro, tegen een verlies van 39 miljoen euro een jaar eerder. Dat tekort werd mede veroorzaakt door eenmalige kosten die Philips maakte om pensioenrisico’s af te kopen. Het bedrijfsresultaat exclusief eenmalige posten nam met bijna een vijfde toe tot 1 miljard euro.
De resultaten tonen volgens Van Houten aan dat Philips de juiste keuze heeft gemaakt door zich volledig te richten op gezondheidstechnologie. „Dat geeft ons het vertrouwen dat wij alles aankunnen wat op ons pad komt”, aldus de topman.