President China schittert in Davos
Dat was even wennen deze week in Davos. Tijdens de vierdaagse jaarvergadering van het World Economic Forum deze week was een van de aandachttrekkers niet de Amerikaanse president, maar de Chinese president Xi Jinping.
Ieder jaar komen de groten der aarde in de Zwitserse stad bijeen om te discussiëren over wereldomvattende thema’s. CEO’s van multinationals, regeringsleiders, staatshoofden en wetenschappers zijn van de partij. En dit jaar voor het eerst ook de machtigste man van het meest volkrijke land ter wereld: China, met zijn ruim 1,3 miljard burgers.
Mede dankzij de afwezigheid van zijn Amerikaanse ambtgenoot, stal Xi woensdag de show. En dat is opmerkelijk op een bijeenkomst die als thema “verantwoord en aanspreekbaar leiderschap” had. Want als Chinese leiders al tientallen jaren iets níét doen, dan is dat verantwoording afleggen aan burgers. Onder de ongekend autoritaire Xi Jinping is dat niet anders.
China’s regering wordt wel getypeerd als een bureaucratisch-autoritaire eenpartijstaat waarin de stem van de burger geen rol speelt. Het is ook uitgangspunt van bestuur: economische groei en welvaart kunnen een regime legitimiteit verschaffen, ook al is dat niet democratisch gekozen.
Daarmee is wellicht de belangrijkste reden van Xi’s aanwezigheid in Davos aangestipt: het bejubelen van globalisering en van open grenzen komt China’s economie ten goede. Xi benadrukte het in zijn toespraak: protectionisme is een vergissing, vrijhandel en voortgaande globalisering de juiste koers.
Juist nu aankomend president Trump heeft aangekondigd (ook) bij de Chinezen verhaal te willen halen als het gaat om het tenietdoen van nadelen van globalisering, geeft China’s machtigste man een schot voor de boeg. En dat is te begrijpen.
China’s economische groei, die het bewind van Xi legitimiteit geeft, leunt zwaar op export richting wereldmarkt. Daar komt bij dat bijna de helft van China’s industrie van buitenlandse origine is – als het gaat om hightech is dat zelfs driekwart. Dan is het geen wonder dat Xi hoog opgeeft van open grenzen en een geglobaliseerde markt. Vandaag kreeg Xi’s pleidooi ook een urgent tintje toen bekend werd dat het groeicijfer vorig jaar 6,7 procent was, en dat is in 26 jaar nog niet zo laag geweest.
Wat verder meespeelt is dat China met een gigantisch globaliseringsproject bezig is dat de ”One Belt One Road” heet, afgekort OBOR. Via een web van wegen, spoorlijnen, pijpleidingen, én via een netwerk van havens en scheepsroutes wil China zich met Europa verbinden en met alle landen die daartussen en eromheen liggen. Formeel heet het dat OBOR de welvaart in de betrokken landen moet bevorderen, maar tussen de regels door is te lezen dat de Chinezen hier vooral zelf beter van moeten worden.
China’s optreden in Davos krijgt zo een nogal pragmatisch tintje, waarvan weinig principieels afstraalt. Maar dat hoeft niemand te verbazen: leiders typeren hun beleid steevast als het oversteken van een rivier, door tastend van de ene steen naar de andere te gaan.