Kerkhistorie met een knipoog: druiven en honing

Ongeveer 45 jaar geleden werd ik opgebeld door de heer Thomas Jan Kusters uit Arnhem. Hij verzocht mij om op een culturele avond een lezing te verzorgen over Israël. Ik toog op zaterdagavond naar de afgesproken plaats en trof er een merkwaardige ambiance. Op een podium stonden vier orgels. Vier organisten begeleidden bij de opening de zang, geflankeerd door een vervaarlijk uitziende, regelmatig blaffende hond. De zaal was geheel gevuld met een aandachtig luisterend gehoor. Maar direct had ik het gevoel dat dit anders was dan gewoonlijk. Ik liet mijn papieren voor wat ze waren en probeerde improviserend contact te krijgen met de aanwezigen.

19 January 2017 16:28Gewijzigd op 16 November 2020 09:38
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Pas toen ik voor de tweede keer door de heer Kusters voor zo’n zaterdagavondlezing werd uitgenodigd, werd mij duidelijk gemaakt voor welk gezelschap ik kwam te staan: voor een goed deel korsakovpatiënten, mensen die zich zo aan Schiedams vocht te buiten zijn gegaan dat hun geheugen ernstig is beschadigd. Kusters had voor deze patiënten een stichting in het leven geroepen, ”Red uw Kameraad”. Het werk onder alcoholverslaafden van de Ierse predikant Robert Paterson was zijn inspiratiebron.

Toen hij in 1938 een eerste ontmoetingsavond belegde, kwam er zegge en schrijven één bezoeker, die hijzelf had meegebracht. Maar op den duur kwam er een ontmoetingscentrum voor deze patiënten in de Oude Doelen. Mensen uit hoge posities verkeerden daar aan lager wal.

Jarenlang heb ik, evenals enkele anderen, op de culturele avonden gesproken, elk jaar over een Israëlthema. Een journalist van professie zat ijverig aantekeningen te maken maar wist direct daarna niet meer waarover het ging. Een meester in de rechten luisterde zeer aandachtig, met de vinger aan de wang en kwam steevast vertellen hoe mooi hij het vond. Maar wat hij mooi vond ontging hem ten enenmale.

Toen kwam de vijfde keer dat ik mocht opdraven. Aan het eind van de avond verzocht nu wijlen mevrouw Hermina Th. Van Houten, die het stokje van de overleden heer Kusters had overgenomen, mij even op het podium te blijven. Twee mannen betraden de zaal met een stok op de schouders, waaraan een pot honing en een tros druiven hingen, symbool van het Beloofde Land. Een lustrumgeschenk.

Een van de twee mannen begeleidde mij daarna naar mijn auto met de honing en de druiven. „Als hier iets belangrijks is, moeten ze altijd mij hebben”, voegde hij me veelbetekenend toe. Het dragen van een stok bevestigde zijn zelfrespect. Datzelfde gold de penningmeester, een man die al enkele tientallen jaren onderdak vond in de Oude Doelen. Zich bewust van het gewicht van zijn functie, nam hij de spreker mee naar een vertrekje achter de zaal om een envelop met inhoud te overhandigen. Hij was kennelijk een van de minst gehavende patiënten. Bij zijn 25-jarig jubileum kreeg hij een receptie. Toen hij kort daarna geld ging halen bij de bank werd hij overvallen – hij overleefde de schrik niet.

Het mooie werk van nu wijlen de heer Kusters biedt stof tot nadenken. En het is wel een waarderende knipoog waard.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer