Rapport: Iraakse christenen zien toekomst donker in
Iraaks-Koerdistan wordt geplaagd door een politieke en economische crisis. Die pakt voor religieuze minderheden extra negatief uit. Dat staat in een nieuw rapport van het Centrum voor religieus pluralisme in het Midden-Oosten.
Het rapport schetst een somber beeld van de toekomst van christenen in Irak als geheel. De christelijke gemeenschappen in het land zijn gefragmenteerd geraakt en bovendien onderling verdeeld. De scheidslijnen zijn niet alleen religieus van aard, maar ook politiek.
Een van die politieke scheidslijnen heeft te maken met de verhouding tussen de centrale regering in Bagdad en de Koerdische regering in Erbil. Een actuele splijtzwam is de status van de vlakte van Ninevé. Assyrische christenen beschouwen dit gebied rond de belegerde stad Mosul als het land van hun voorouders, maar zowel Bagdad als Erbil claimt het eigendomsrecht.
Het idee om van deze vlakte van Ninevé een autonome regio te maken, net als Iraaks-Koerdistan, is onder Iraakse christenen populair, maar een gemeenschappelijke visie op dat plan ontbreekt. Bisschop Louis Sako van de Chaldeeuws-Katholieke Kerk noemde een dergelijke autonome regio voor christenen in het verleden „een getto” en „een illusie.” De Armeense aartsbisschop Avag Asatourian sprak de vrees uit dat zo’n regio uiteindelijk „een bufferzone zou kunnen worden in het Arabisch-Koerdische conflict.”
De onenigheid over de vlakte van Ninevé verwijst naar een andere conclusie uit het rapport. Bij Iraakse christenen zou er sprake zijn van een groeiende kloof tussen hun religieuze en politieke leiders. De vele conflicten in Irak hebben in de christelijke gemeenschappen tot polarisatie geleid, met als gevolg een militarisering van deze gemeenschappen. Hun kerkelijke leiders waren hier tegen omdat ze de verdediging een verantwoordelijkheid van de staat vonden. Doordat die in gebreke bleef, kregen de kerkleiders van christenen het verwijt te passief te zijn geweest tegenover de opkomst van Islamitische Staat (IS).
Onderling slaags
Inmiddels trekken de ontstane christelijke milities samen op met de regeringen in Bagdad of Erbil. Maar omdat die niet op één lijn zitten over bijvoorbeeld de toekomst van Mosul, de stad waar op dit moment om gevochten wordt, is het niet denkbeeldig dat christelijke milities onderling slaags raken. Het rapport vreest dat er geen weg terug is voor christenen die de wapens hebben opgepakt. Het citeert een militie leider die opmerkte dat „christenen zonder gewapende milities geen enkel recht zullen hebben in het nieuwe Irak.”
Christenen in Irak zijn ook verdeeld over de vraag of ze zichzelf beschouwen als bevolkingsgroep langs etnische lijnen –iets wat bijvoorbeeld veel Assyriërs willen– of als religieuze groep, zoals Chaldeeuwse christenen voorstaan. Het rapport concludeert dat in gesprekken met Iraakse christenen „een gevoel van verloren hoop op een betere toekomst overheerste.” Velen zijn dan ook van plan om te emigreren.
Dat Iraaks-Koerdistan een wet heeft aangenomen die de situatie van deze minderheden op zijn grondgebied moet verbeteren, lijkt daarop niet van invloed. Leden van deze minderheden noemen de veranderingen „cosmetisch.”