Huisartsenposten
De kritiek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg op de huisartsenposten in Nederland is niet mals. Uit de gisteren gepresenteerde onderzoeksresultaten blijkt dat de kwaliteit van veel posten onvoldoende is.
Een aantal jaren geleden werden de huisartsenposten opgezet om vooral de hoge werkdruk van huisartsen te verminderen. Zij hoeven nu niet meer de hele week zelf klaar te staan voor hun patiënten, maar nemen bij toerbeurt de werkzaamheden ’s avonds, ’s nachts en in de weekends van elkaar over.
In bijna het hele land zijn er nu ruim honderd van dergelijke regionale huisartsenposten. Zij verlenen 90 procent van de bevolking huisartsenhulp buiten de normale kantooruren. De overige 10 procent krijgt die hulp nog van de traditionele huisartsengroepen.
Op zich stemden de eerste ervaringen met de huisartsenposten positief. Het opzetten ervan heeft inderdaad geleid tot een flinke vermindering van de werkdruk. Bovendien bleek uit recent onderzoek dat 80 procent van de patiënten tevreden is.
Maar dit is de ene kant van de medaille. Uit het gisteren gepubliceerde rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg blijkt dat de organisatie van veel huisartsenposten gebrekkig is. Zelf spreekt de inspectiedienst eufemistisch van „kinderziektes”, maar uit de opsomming van de gebreken blijkt dat de kwaliteit van de dienstverlening regelmatig te wensen overlaat.
Zo is de spreiding van de huisartsenposten over het land onevenwichtig. Hierdoor moet eenderde van de bevolking langer dan de vastgestelde vijftien minuten rijden naar zo’n post. En omgekeerd zijn veel huisartsen bij een spoedgeval niet binnen de vereiste termijn van een kwartier bij de patiënt.
Een belangrijk kritiekpunt is ook de telefonische bereikbaarheid. Bij de helft van de huisartsenposten moeten patiënten verschillende keren bellen voordat er wordt opgenomen. Dan volgt vaak nog een lange wachttijd. Bovendien moet de hulp aan de telefoon beter. Nu zijn de dokterassistentes meestal onvoldoende geschoold om een goed oordeel te geven over bijvoorbeeld de noodzakelijke medicijnen. Verder kritiseert de Inspectie voor de Gezondheidszorg de geringe beschikbaarheid van de medische dossiers bij de posten, zodat de achtergronden van een patiënt onduidelijk zijn.
Het is begrijpelijk dat er op het rapport negatieve reacties kwamen. Voor de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie en verschillende politieke partijen is de maat vol. Minister Hoogervorst van Volksgezondheid wordt terecht gemaand om te zorgen voor structurele verbeteringen. Dat kan zeker. De Inspectie voor de Gezondheidszorg gaf daarvoor gisteren al enkele goede voorzetten.
Gelukkig staan de huisartsen open voor kritiek. Weliswaar spreekt de Landelijke Huisartsenvereniging tegen dat de zorg binnen een kwartier gegeven moet kunnen worden -zij gaat uit van een halfuur- maar volgens de organisatie wordt er volop gewerkt aan verbeteringen. De problemen hebben voor een deel te maken met de chaotische start van veel huisartsenposten, maar de kwaliteit van de posten wordt nu aangepakt. Dat is belangrijk, want ze moeten zorgen voor een professionelere organisatie van de huisartsenzorg.