Kerk & religie

Opmerkelijke comeback van evangelisatie bij Wereldraad van Kerken

De kerk krimpt in Europa, maar haar marginale positie is niet alleen aanleiding voor verdriet. Het is ook een zaak van vreugde – de kracht van een gastvrije en overtuigde gemeente kan weer ontdekt worden, stelt dr. Gert Noort. Hij spreekt van een opmerkelijke comeback van het begrip evangelisatie bij de Wereldraad van Kerken.

Klaas van der Zwaag
17 January 2017 19:28Gewijzigd op 16 November 2020 09:36
Dr. Gert Noort  beeld RD, Anton Dommerholt
Dr. Gert Noort beeld RD, Anton Dommerholt

Dr. Noort, directeur van de Nederlandse Zendingsraad (NZR), publiceerde deze maand samen met dr. Kyriaki Avtzi, uitvoerend coördinator van evangelisatie van de Wereldraad van Kerken, en missioloog prof. dr. Stefan Paas het handboek ”Sharing Good News. Handbook on Evangelism in Europe”, een uitgave van de Wereldraad van Kerken. Het boek is het resultaat van consultaties van uiteenlopende theologen uit een brede kring van Europese kerken, zowel geografisch als in ligging.

Dr. Noort is al vele jaren betrokken bij de missionaire bezinning in de kerken, binnen en buiten Nederland. De NZR is een platform van protestantse en oudkatholieke kerken en zendingsorganisaties in Nederland. Het kantoor van de NZR bevindt zich tussen tal van andere zendingsorganisaties in de bossen van Driebergen.

Dr. Noort constateert een opmerkelijke comeback van evangelisatie in de Wereldraad van Kerken. „Critici hebben de Wereldraad van Kerken verweten de zendingsopdracht verkwanseld te hebben door een te stevig accent op de maatschappelijke aspecten van het Evangelie. Die verdeeldheid en het door velen als eenzijdig ervaren accent op zending als uiting van humaniteit is gelukkig allang verleden tijd. Zending en evangelisatie hebben bij de Wereldraad van Kerken expliciet een plaats in het programma. Daarin is volop ruimte gegeven aan de oproep tot discipelschap, als belangrijke roeping van de kerk. In de kern bestond dat al in het verleden toen de oecumenische beweging en de zending officieel geïntegreerd werden.”

Omgekeerd is er onder evangelischen, met name sinds de vergadering van het Lausannecomité in 1974, steeds meer aandacht gekomen voor wat genoemd wordt ”integrale zending”. Dr. Noort: „Het gaat hier niet alleen om de verkondiging van het eeuwig heil, maar ook om de betekenis van het Evangelie voor de mens van hier en nu, voor deze wereld, voor zaken als recht en gerechtigheid, voor kwesties die spelen in de politieke arena.”

Komt deze wending bij de Wereldraad naar getuigenis en evangelisatie door de toenemende invloed van evangelischen, charismatische groeperingen en pinksterkerken, met hun nadruk op de persoonlijke verhouding tot Christus?

„Dat is zeker een van de factoren. De Wereldraad van Kerken heeft een goede relatie met de pinksterkerken opgebouwd. Er is bij de Wereldraad gaandeweg steeds meer aandacht gekomen voor het werk van de Geest, genezing en gebed. Er was bij de Wereldraad altijd een spanning tussen dialoog en getuigenis, maar dat is een creatieve spanning. De gemeente van Christus is geroepen om getuige te zijn van Jezus en tegelijkertijd in gesprek te zijn met deze wereld en samen te leven met aanhangers van andere religies. Die spanning is, levend als christen op de markt van verschillende overtuigingen, ook een voorgegeven in ons nieuwe boek. Daarin wordt voluit gehonoreerd dat we als gelovigen geroepen zijn het goede nieuws van Christus door te vertellen en voor te leven.”

Waarom dit boek over evangelisatie?

„De Wereldraad constateerde dat er voor het theologisch onderwijs weinig geschikte literatuur beschikbaar is. Over zending zijn heel wat handboeken verschenen. Daarbij komt dat evangelisatie een imagoprobleem heeft, niet alleen buiten maar ook binnen de kerken. Binnen de kerken weten velen er geen raad mee, en buiten de kerken vindt men evangelisatie iets betweterigs, iets opdringerigs.”

Maar de visie op evangelisatie binnen de kerk verandert, zo is de overtuiging van dr. Noort. „Steeds meer zien we dat evangelisatie verankerd is in de christelijke gemeenschap die het goede nieuws viert en daarvan verhaalt. Dat is een zaak van de gemeente en van gemeenteleden. Paus Franciscus spreekt in zijn geschrift ”De vreugde van het Evangelie” al helemaal niet meer van vrijgestelden voor zending en evangelisatie, maar betrekt deze op de taak van elke gelovige. Zending in de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters-orthodoxe kerken wortelt in de liturgie, daar waar mensen brood en wijn delen en vandaaruit het goede nieuws doorgeven. Dat is een gedachte die mij erg aanspreekt. Evangelisatie is niet een afzonderlijke en geïsoleerde activiteit, maar maakt deel uit van de vierende gemeente.”

Geen massale tentcampagnes

Evangelisatie is daarom ingrijpend veranderd vergeleken met vroeger. „De tijd van de massale tentcampagnes en de grote sprekers is voorbij. Ik wil niet zeggen dat ze geen waarde gehad hebben. Ik was ook actief voor de koffiebar van Youth for Christ en ik stond op straat in Amersfoort te evangeliseren met mijn gitaar. Het leverde soms prachtige gesprekken op, maar ik heb toen te weinig ingezien dat evangelisatie ingebed mag zijn in de gemeenschap van gelovigen. Evangelisatie betekent ook laten zien wat het is om een lokale gastvrije gemeenschap te zijn in een wijk en betrokken te zijn bij de vreugden en noden van de buurt.”

Is het oude concept van evangelisatie als de oproep tot persoonlijk geloof verdwenen?

„Het gaat nog steeds om het eeuwig behoud van mensen, maar ik zou nu meer willen spreken van het volgen van Jezus en het praktiseren van het discipelschap. In het oude evangelisatiemodel lag de nadruk op het ene moment van bekering, waarop iemand zijn leven aan Jezus gaf en zich dan gered wist. Dat soort bekeringsmomenten zullen er altijd zijn, maar er is in deze tijd veel meer aandacht voor bekering als proces, als de manier waarop mensen zich gaandeweg oriënteren op Jezus Christus en zich na verloop van tijd door God aanvaard weten.”

U schrijft: er is geen discipelschap zonder bekering. Maar dat laatste ligt ook weer gevoelig omdat de grotere kerken, zoals de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosters-Orthodoxe Kerk, erg gevoelig zijn voor proselitisme, het winnen van zielen ten koste van de eigen kerken.

„Proselitisme is inderdaad een gevoelige kwestie. Met name oosters-orthodoxe kerken hebben vaak laten weten dat zij grote moeite hebben met protestants evangelisatiewerk en de consequenties daarvan voor hun eigen kerken. Maar datzelfde gold in het verleden ook in Nederland. Evangelische gemeenten kaapten immers aardig wat gemeenteleden van hervormde en gereformeerde kerken weg. Hoe dan ook, het is van groot belang om in evangelisatie waar mogelijk samen te werken. Kerken mogen verdeeld zijn, maar Christus en het Evangelie zijn dat niet.”

Hoe krijgt bekering dan gestalte? U schrijft dat er best pogingen gedaan mogen worden om andere mensen te overtuigen van het goede nieuws.

„Overtuigen hoort erbij, want wie gelooft, heeft tegenwoordig veel uit te leggen. Het religiedebat is behoorlijk gepolariseerd. Geloven is niet meer vanzelfsprekend. Toen ik op de middelbare school zat, gingen er zeven van mijn klas theologie studeren. Nu moet je je verdedigen wanneer je gelooft. We zullen meer dan vroeger moeten laten zien waarom geloven een redelijk alternatief is, en waarvan en waartoe het Evangelie bevrijdt.”

Dat was vroeger vaak: bevrijding van zonde en schuld. En als je het Evangelie niet aannam, ging je voor eeuwig verloren…

„Evangelisten spraken toen weleens van het wegroven van zielen voor de poorten van de hel. Laat ik er dit van zeggen: ik weet mij geroepen om van het Evangelie te getuigen maar ik laat het aan God over wat er met mensen na de dood gebeurt. Van de belofte van eeuwig heil, ook over de grens van de dood heen in het leven hierna, wil ik niets van afdoen, want dat is de kern van de Bijbelse inhoud. Het Evangelie is een kracht van God tot eeuwig behoud van de mens, maar het heeft ook consequenties voor hoe je bijvoorbeeld tegen vluchtelingen aankijkt en normen en waarden praktiseert in de samenleving.”

Het handboek constateert dat de marginaliteit van de kerk ook aanleiding kan zijn tot vreugde. Het is niet meer de tijd om vanuit een positie van macht en aanzien te spreken. Maakt men dan niet van de nood de deugd?

„Daar zitten twee kanten aan. Aan de ene kant vormt de verdamping van de kerk een enorm verlies, dat mij erg verdriet doet. Aan de andere kant zijn er ook andere plekken, in de gehele wereld, waar nieuwe christelijke gemeenten tot bloei komen. Onze kerken zullen over zo’n dertig jaar wellicht nog veel kleiner zijn, maar we moeten niet rekenen in aantallen. Het is niet voor niets dat we erkennen dat zending Góds zaak is. Ik ben daarom niet minder optimistisch, of beter gezegd: ik ben hoopvol gestemd. Ik geloof in Gods weg met deze wereld. Hij zal er zijn tot aan het einde van de wereld, maar Hij zegt er niet bij dat de kerk groot zal zijn. Niettemin telt de wereld 2 miljard gelovigen, het gaat dus om een heel grote groep wereldwijd. Dat vergeten we in Nederland weleens. Het is onze roeping om het Evangelie serieus te nemen en het goede nieuws door te vertellen. De rest mogen we, met eerbied, aan God overlaten.”


Dr. Gert Noort

Gert (Gerrit) Noort (1 april 1960 te Voorschoten) studeerde theologie in het Zwitserse Basel, Philadelphia (VS, Westminster Theological Seminary), Amsterdam en Utrecht. Hij is predikant in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Van 1986 tot 2010 werkte Noort voor de Raad voor de Zending van de Hervormde Kerk en voor Kerk in Actie, onder meer als missionair toeruster in de hervormde kerkprovincie Gelderland, als secretaris Nederland van het zendingsbureau te Oegstgeest, als zendingspredikant in Sulawesi (Indonesië) en als docent missiologie aan het Hendrik Kraemer Instituut. Van 2005 tot 2010 was hij verantwoordelijk voor het bureau kerkelijk werkers van de PKN. In 2010 volgde zijn benoeming als directeur van de Nederlandse Zendingsraad (NZR). In 2006 promoveerde Noort op de zendeling-leraar Albert Kruyt, die als eerste zendingswerker in Midden-Sulawesi werkzaam was. Noort publiceerde in de afgelopen jaren diverse studies, waaronder een boek over protestantse zendingsopleiding in Nederland in de negentiende en de twintigste eeuw. Aan de Theologische Universiteit Kampen verzorgt Noort het missiologieonderwijs in het bachelorprogramma. Noort is gehuwd met Corry van de Vliert en heeft drie kinderen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer